Met den inhoud deze alg. order, kunnen we ons volkomen ver eenigen onze opvatting der plaatsing in de 2de kl. was steeds de volgende Deze plaatsing sorteert niet onder de straften, opgenoemd bij art. 31 Regl. v. K.we weten wel dat zij ook geene belooning is, maar hier geldt het de kwestie; of de wetgever gewild heeft, dat zij als eene bepaalde straf zou worden aangemerkt, en dan zeggen wij: //Neen!" Anders toch zou hij ook wel hebben voorgeschreven, op welke wijze ze moest worden ondergaan, zooals met de andere straften het geval is; aan omissie zijnerzijds mag hier niet worden gedacht. Onbegrijpelijk is 't, dat men eerst na ruim één halve eeuw tot de conclusie is geraaktdat deze plaatsing geene wettelijke geene bepaalde straf is. 't Was o. i. duidelijk, dat zijnaar den geest van het R. v. K., is eene tijdelijke afzondering der slechte soldaten van de goede, en zulks als een gevolg der ondergane bestraffingenten einde hen door strengere maatregelen de rotting tot hun' plicht te kunnen brengen. Onze meening is dus: Een man heeft, na reeds eenige malen te zijn gestraft geweest b. v. voor goedverkoopen of dronkenschap, zich op nieuw aan een der genoemde feiten, of aan een ander zwaar vergrijp schuldig ge maakt, en krijgt hiervoor de zwaarste provoost- of cachotstrafna om mekomst dezer correctie, deelt men hem nu mede, dat de maat vol is, dat hij voorloopig niet meer behoort tot de gewone klasse van militairen, maar tot de afzonderlijke of 2de klasse, dat hij daardoor aan een1 strengere tucht zal zijn onderworpenen in de termen is gevallen om rietslagen te ontvangen. Na verloop van eenigen, doch niet vast bepaalden tijd, draagt de kompagnies-kommandant hem voor tot ontslag uit die klasse. De alg. order van 1871 No. 124 zal echter, gelooven wij, even als zoovele andere voorschriftenweder aanleiding kunnen geven tot verschillende opvattingen, en zullen er stellig chefs .gevonden worden die, zich stipt aan het in deze order vervatte houdende, alleen straften bij plaatsing in de 2de klasseb. v. den man eerst 2 dagen cachot te water en brood geven, en daarna onmiddellijk in den strengen cursus plaatsen, doch dit niet doen, bij terugstelling in de 2de kl. van uit deu proeftijd èn, onzes inziens, hebben zij gelijk, de alg. ord. spreekt enkel en alleen van: plaatsing. 343

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 350