344 Andere korps-chefs zullen wellicht, ook bij terugstelling in den strengeren cursus, vooraf eene andere correctie opleggen, volgens onze meening is zulks in strijd met den geest dezer alg. order. In weerwil dezer alg. order zal er nog, even als vroeger, ruim schoots gelegenheid overschieten, om in opvatting, en dus ook in toepassing, te verschillen wat betreft het geval: //dat een man, te ruggesteld in den strengeren cursus, dus voor twee maanden, ge durende dien tijd weder eene zware fout begaat, en hiervoor riet- slagen ontvangt. Wij willen de voornaamste, denkbare opvattingen aanstippenATo. 1 zegt b. v. //Door de straf van rietslagen vervalt al den tijd, dien de man in 't geheel in de 2de kl. heeft doorgebracht, en begint hij dier halve, den gestelden termijn op nieuw te doorloopen." Is hij dus voor de 2de maal in de 2de kl. geplaatst, dan moet hij er, volgens die redeneeringop nieuw nog 6 maanden in blij ven met inbegrip van den proeftijd. No. 2. Zegt hetzelfde, doch rekent deze terugstelling bij de riet slagen als eene nieuwe plaatsing in de 2de klasse; de man zou, in 't gegeven gevalmoeten worden beschouwd alsvoor de 3de maal in den strengeren straf-cursus te zijn geplaatst. No. 3. Wil van den vroegeren tijd, in den straf-cursus, vóór het op proeftijd stellen, doorgebracht, niets weten en beschouwt het eerste gedeelte der plaatsing alzoo als geheel ondergaan; daarom wil hij den man, in bedoeld geval, slechts de twee maanden stren geren straf-cursus van voren af aan doen beginnen, en, na omme komst hiervanden geheelen proeftijd. No. 4. Is hetzelfde denkbeeld toegedaan, doch redeneert omtrent den proeftijd anders en wil den tijd, hierin doorgebracht vóór de terugstelling, in rekening brengen. Nog zeggen anderendat men den man niet met rietslageu mag straffenen nog bovendien langer in den strengeren straf-cursus plaatsen, zijnde dit anders eene dubbele straf. Wij zijn de opinie toegedaan van No. 3. Nog een paar woorden over de alg. ord. No. 124 van 1871. Alg. ord. van 1859 No. 33 verbiedt bij plaatsing in de 2de kl. de gelijktijdige afstraffing met rietslagen, en wil zulks ook niet bij terugstelling uit den proeftijd in de klasse van strengere krijgs tucht. Alg. ord. van 1838 No. 2 5 verbiedt het eerste ooJc, en voegt er nog bij //dat deze wijze van handelen strijdig is met art. 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 351