347.
Bij de hiergenoemde orders werd voorgeschreven, 'dat van militai
ren, voorzien van het metalen kruis, de medailles van de citadel van
Antwerpen of den oorlog op Java, alsmede van vreemde en Krim-medail-
les, in de 2ie klasse van mil. disc, geplaatst wordende, door de
korps-chefs die eere-teekenen met brevetten moeten worden ont
nomen om later aan hen te worden teruggegevenzoo zijwegens
verbeterd gedrag, worden ontslagen. (Dit moet ook geschieden,
zoo zulke militairen naar Klatten worden gedirigeerd en van ddar
terugkeeren.)
Doelmatige bepalingZij is voor den mandie nog eenig
eergevoel bezit, een spoorslag om zich spoedig te beteren, ten einde
dan ook de hem ontnomen medaille terug te bekomen.
Bespreken we nu de voornaamste uitgevaardigde bepalingen, de
2ae klasse betreflende.
In verband met de a. o. v. 1832 No. 4 11, werd, bij a. o.
v. 1849 No. 2 7 ten opzichte der soldaten van medailles voorzien,
nog het navolgende voorgeschreven
//Manschappen, die de medaille van trouwen dienst hebben, mogen
niet in de 2e kl. worden geplaatst, dan wanneer zij ten minste 3
malen in den loop van één jaar cachot- of provoost-straf hebben
ondergaanzijdie deze medaille niet hebbenkunnen geen aan
spraak maken op deze gunstige bepaling."
Bij a. o. v. 1869 No. 63 werd hierin eene wijziging gebracht,
en bepaald, dat het bovenvermelde slechts van toepassing behoort te
zijn bij plaatsing in de 2e kl. voor de eerste maal, in den loop van
een en- of reëngagement.
Uit deze bepaling kunnen wij lezen
»De man, die in 't bezit dezer medaille is, erlangt daardoor als
ware een' vrijbrief om zich een paar malen méér liederlijk aan
te stellen, dan hij die geen medaille heeft."
Die lezing voldoet ons niet; wij wenschen door den man, die de
medaille van trouwen dienst op zijn borst draagt, liever het voorbeeld
te zien geven van oppassendheid en onderwerping aan de krijgstucht;
die medaille moet hem eene zekere zedelijke verplichting opleggen
om zich beter te gedragen dan de anderen, en mag hij, volgens
onze zienswijze, nimmer het voorrecht genieten, zich eenige malen
meer b. v. aan dronkenschap te kunnen overgeven.
Bij alg. ord. v. 1842 No. 3 werd voorgeschreven dat, bij rayons-