349 in de 2de kl. v. mil. disc, bevonden, bij terugkeer, van detentie uit die klasse konden worden ontslagen." 't Ontslaan was dus geene verplichting, elk korps-chef kon die bepaling naar eigen goeddunken uitleggen, dit moest nadeelig wer ken. Het duurde evenwel negen jaren, vóór zulks werd ingezien, en schreef toen het Mil. dept. bij missive van 17 Februarij 1865 No. 15 voor: //dat militairen, voor één jaar of langer tot detentie of gevangenis straf veroordeeld, die zich tijdens hunne veroordeeling in de 2de kl. v. mil. disc, bevonden, bij terugkeer in de gelederen onvoorwaardelijk •uit dien straf-cursus moeten worden ontslagen." Zoo ze tot minder dan één jaar detentie of gevangenisstraf ver oordeeld warenverkeerden ze in 't zelfde gevalwanneer dit vol gens het oordeel van den korps-chef, ook was overeen te brengen, met hun vonnis en hunne antecedenten. Nog altijd werd er, zooals ge ziet, stof overgelaten tot verschil lende opvattingen. Bij missive van het Dept. v. oorlog D bureau No. 2 dd. 12 De cember 1871 is, met intrekking van vorenaangehaalde circulaire en missive van het Mil. dept.bepaald "dat manschappen, die na ontslag uit het arresthuis in de ge lederen terugkeerenbij hun korps terugkomen in de positie, waarin zij dit hebben verlaten." Iemand, die dus in de 2de kl. v. Mil. disc, is, en tot detentie veroordeeld wordt, zal, onverschillig den tijd van duur, dien hij in de gevangenis heeft doorgebrachtbij terugkomst bij zijnkorps weder in den strengen straf-cursus worden geplaatst; de leger-kom- maudant zegt te recht: //dat het voorschrift bij missive v. 1865 2<le bureau No. 15 aan leiding heeft gegeven, dat manschappen, dadelijk of kort na hnnne plaatsing in de 2ie kl. v. mil. disc, zich schuldig maakten aan het vergrijp, waarvan rede is in art. 193 van het Crim. Wetb. van het krijgsvolk te lande d. i. verkoopen of verpanden van wapenen kleederen of equipement van Gouvernementswege ten gebruike ge geven, ten einde zoo doende zich niet alleen te onttrekken aan de 2de klasse en hare gevolgen, maar tevens, na eene betrekkelijk korte detentiein eene betere positie bij hun korps terug te keeren." Deze wijziging is billijk en doelmatig; de overtredingen van ge noemd wetsartikel zullen hierdoor voorzeker verminderendoch zij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 356