354 zijn eerste engagement in den straf-cursus geplaatst wordende, in stede van zes, zeven jaren, en soms langer dient, alvorens paspoort te erlangen; hetzelfde geldt bij pensioen-berekening. Nergens konden wij dienaangaande andere bepalingen vinden, dan 't geen is voorgeschreven bij 't Reglement op de pensioenen en gage- menten, gearresteerd bij Koninklijk Besluit No. 70 van 24 No vember 1859, en, in verband hiermede, de alg. ord. v. 1860 No. 59waarbij bepaald werd: ndat de militairen, na 31 Maart 1861 geëngageerd of gereënga- geerd (a. o. v. 1861 No. 23), in een' straf-cursus, hoe ook genaamd geplaatst wordendeden tijd daarin doorgebracht, moeten overdienen, boven de door hen aangegane verbintenis." Men ziet, alweder eene straf, ergo de zesde. Vóór 31 Maart 1861 bestond die bepaling niet; tot dien tijd was er alleen sprake van hen, die veroordeeld waren tot detentie of gevangenis-straf voor den tijd van eene maand of langer (a. o. van 1844 No. 7 2)die tijd moest worden overgediend, boven de door hen aangegane verbintenis. Deze bepaling was zelfs niet van toepassing op hen, die voor kor- teren tijd dan ééne maand veroordeeld waren. Worclt vervolgd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 361