356
hij in April 1832 met het metalen kruis werd versierd. Naarmate
echter het vooruitzicht op een spoedigen vrede met België toenam,
deed zijn rusteloos en moedig karakter, waarvan hij later zoovele
uitstekende blijken gaf, hem naar het bijwonen van krijgsbedrijven
verlangen, zoodat hij in 1836 het verzoek deed om overgeplaatst te
worden bij de troependienstdoende in Oost-Indië welk verzoek den
25sten Junj door den Koning werd toegestaan. Eerst in Mei 1837
vertrok de luitenant Andresen naar Indiëalwaar hij den 2tau October
aankwam, vergezeld van zijne echtgenote, vrouwe Louisa, Agatha,
Johanna de la Rivière, met wie hij den 11 den Januari te voren in
het huwelijk getreden was.
Kort na zijne aankomst tot le luitenant bevorderd (1 December
1837), werd Andresen tien dagen later tot adjudant bij den kom-
mandant van het observatiekorps benoemd, welke betrekking hij
twee jaren later voor dien van adjudant in het 2e groot militair
kommando verwisselde. Weer twee jaren later (6 October 1841)
volgde de bevordering tot den kapiteins rang, en nogmaals na om
mekomst van twee jaren de benoeming tot adjoint bij den genera-
len staf, in welke functien hij, onder den generaal Michiels, in
1844 en 1845 deel nam aan de krijgsverrichtingen ter Sumatra's
Westkust. Dat hij zich hierbij onderscheidde, blijkt uit de benoe
ming tot ridder der militaire Willemsorde 4e kl.welke hem bij
Koninklijk besluit van 6 December 1846 ten deel viel.
Na den 25sten Eebruari 1849 tot majoor te zijn bevorderd, bleef
Andresen voorloopig nog als adjoint bij den generalen staf ter Su
matra s Westkust werkzaam, totdat hij in 1850 naar Java terugkeerde.
Slechts korten tijd genoot hij van het rustige garnizoensleven;
weldra vertrok hij naar Borneo's Westkust, om daar zes jaren lang
(18511856) de krijgsverrichtingen bij te wonen en, na zijne be
vordering tot luitenant-kolonel (8 Augustus 1853), te besturen. Daar
was het, dat hij vele lauweren verwierf en zich in 1854 den eernaam
van "held van Montrado" waardig maakte. Te recht zegt van Rees
in zijn werk "Montrado" (blz. 290) dat Andresen zich uitmuntend
van zijn taak onderwerping van een oproerig volk en inlijving van
een rijk gewest kweet; dat hij, door zijn wijs beleid, binnen één
jaar tijds een rijk wingewest meer aan het vaderland schonk. Nadat
Andresen den 2<tan Juni 1854 aan het hoofd zijner dappere troepen
het sterke Montrado was binnengetrokken, volgde spoedig een dubbel
bewijs van 's Konings tevredenheidbij besluit van Z. M. van den
17tan Augustus 1854 werd de overste Andresen bevorderd tot Ridder