358 Den 5^en Mei 1862 benoemde de Koning den kolonel Andresen tot generaal-majoorals gevolg hiervan werd hem in Augustus 1862 het kommando over de tweede militaire afdeeling op Java opgedragen. Dit kommando heeft hij nagenoeg drie jaren gevoerd, meermalen onder moeielijke omstandigheden. Bij het vertrek van den luitenant-generaal Schimpf werd de ge neraal Andresen tot diens rang en waardigheid als kommaudant van het Indisch leger benoemd. Deze betrekking heeft hij gedurende vier jaren vervuld (20 April 1865 tot 24 April 1869). Zij, die in staat zijn geweest zijne werkzaamheden van nabij gade te slaan, weten, hoezeer de generaal Andresen al dien tijd aan onbillijke en scheeve beoordeeling heeft blootgestaan; hoezeer hij, in meer dan een op zicht doch meermalen te vergeefsvoor de belangen der Indische officieren en mindere militairen heeft gestreden. Het is hier de plaats niet, daarover verder uit te wijden; wij vermelden du» nog alleen, dat de generaal, kort na de in het laatst van 1868 door het Opperbestuur betreflende het Indische leger genomen maatregelen (intrekking der toelagen van de militaire schrij vers en van de artillerie- en genieofficierenopheffing van den ge- neralen staf enz.) zijn ontslag uit 's Konings militairen dienst ver zocht, hetwelk hem bij Z. M. besluit van den 9den Januari 1869 No. 5 op de meest eervolle wijze werd verleend, met behoud van aanspraak op pensioen en onder dankbetuiging voor de langdurge goede en trouwe diensten, door hem aan den lande bewezen. Uit dit levensbericht moge blijken, in hoeverre deze dankbetuiging verdiend is geweest. Is de generaal Andresen tijdens zijn leven dik werf miskend, thans, nu hij aan de maatschappijen aan zijne betrek kingen ontvallen is, make die miskenning plaats voor eene oprechte hulde aan zijne vele verdiensten Banjoe-Biroe 30 Mei 1872. E. B. K.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 365