364
Voor de 3e maal rietslagen ontvangende, tijdens de eerste, tweede
of derde plaatsing in de 2e klasse, moest hij uit de gelederen worden
verwijderdorde en tucht moeten er onder lijdenzoo zulke lie
derlijke sujetten, die zelfs geen vrees voor den rotting gevoelen,
en bij wie elk greintje eergevoel ontbreekt, met hunne krijgsmak
kers blijven omgaaneen drietal zulke soldaten bij eene kompagnie
is voldoende om haar gedeeltelijk te démoraliseerenafzondering is
voor hen nog méér wenschelijk dan voor de Europeanen.
Als regel wilden wij voor hen aannemennu eene inrichting als te
Klatten niet bestaat, en zij ook met hunne oppassende kameraden in
één locaal logeeren, ze langer in de 2° klasse te doen verblijven, zoo
hun rietslagen werden toegediend, en wel:
Voor de le maal rietslagen (niet op proeftijd zijnde) twee maanden
2e u n n vier
Deze regeling zouden wij ook op de Europeanen willen toepassen.
Wellicht wordt met betrekking tot de inlanders hiertegen ingebracht:
1. Dat de meesten hunner niet wegens wangedrag in de 2e kl.
geplaatst worden, 'tis meestal ten gevolge van «goedverkoopen";
2. dat door de toepassing van ons denkbeeld, het leger spoedig
incompleet zou worden
3. dat aan ons idee verbonden is: «dubbele straf" voor één feit.
Het eerste argument houdt, volgens onze meening, geen steek;
«goedverkoopen" toch kwalificeeren wij te zijn: «wangedrag"; het
tweede mag geen beletsel zijn, oin noodige verbeteringen in te voeren
't is beter, een paar honderd slechte soldaten minder in de gelede
ren te hebben, dan gevaar te loopen, dat nog een grooter aantal
hun liederlijk voorbeeld zal volgen; in dezen tijd vooral, moet
het kaf van 't koren worden gescheiden, er is een krachtig ge
neesmiddel noodig, om de krijgstucht te genezen van de kwaal,
waarmede zij bezocht is, en zachte doctoren maken altijd stinkende
wonden! Wat betreft de derde tegenwerping, deze is juist! doch
dubbele straf is hier noodig, er moet een betere maatstaf
bestaan voor het ontslag uit de 2<> klasse, omdat, wij kunnen dit
niet genoeg herhalenzulks geschieden moet na ommekomst van
den gestelden termijn niet alléénmaar ook bij goed gedrag, en
wij gelooven dat de door ons voorgestelde maatregelen voor het
laatste vereischte, voldoende waarborgen opleveren en beantwoorden
aan de eischen van recht en billijkheid; hetgeen wij, van de thans
bestaande bepalingen, niet durven zeggen. Een man toch die b. v.
voor de le maal in de 2C klasse is geplaatst, en op 't einde der