b. straf-corveën
c. het op proeftijd stellen;
tl. terugstellen in den strengeren straf-cursus
e. het ontnemen der verhoogde soldij;
medaille;
g. overdienen van den tijd, die in de 2^ kl. wordt doorgebracht.
Met al deze aangelegenheden kunnen zich moeielijkheden voor
doen; de rechter kan hiervoor, strikt genomen, geen zitting nemen
omdat ze niet bij de wet bepaald zijn.
Yoor hen, welke tot de klasse behooren, en slechts zoolang
als zij daarin geplaatst blijven zullenbuiten en behalve de in art.
30 opgenoemde straffen, nog kunnen worden geordonneerd:
a. Rietslagenten getale van vijftig, met het wegzenden met
een briefje van ontslag.
Het wegzenden met een briefje van ontslaglater bepaald bij
A. O. v. 1849 No. 9 14, en nog gewijzigd bij A. O. van 1866
No. 24, van 1867 No. 35 en van 1870 No. 66, vinden wij doel
matig.
Sujetten, die zelfs niet door den rotting in bedwang zijn te hou
den ontsieren het legeren mogen den soldatenrok niet langer
dragen.
Die straf werd, tot nu toe, echter zelden toegepast; sommigen
willen bewerendat de oorzaak is gelegen in de omstandigheid, dat
vooral de Europeesche en Afrikaausche soldaat nog al een vrij aan
zienlijk kapitaal vertegenwoordigt, 't Is mogelijk, dat eenigen zoo
redeneerden, doch we willen hierbij niet langer stilstaan, vooral
omdat bij Alg. ord. No. 52 v. 1871 is voorgeschreven:
//dat dronkaards, die zich te Klatten nog niet willen beteren,
moeten worden voorgedragen, om, middels een briefje van ontslag,
uit het leger te worden verwijderd, opdat dit, hoe eerder hoe be
ter, worde gezuiverd van zoodanige verachtelijke personen.
Deze Alg. ord. zal ook wel eene stilzwijgende aanmaning bevat
ten, om de liederlijke iulandsche soldaten ook uit de gelederen te
verwijderen. (Wij hebben onze opinie dienaangaande reeds medege
deeld.)
Het wegzenden te doen gepaard gaan met rietslagenachten wij
minder doelmatig; onzes inziens kan dit niet de minste nuttige
366