rietslagen; dit opschorten was voorgeschreven bij Alg. ord. v. 1833
No. 2 7, doch wijselijk werd deze order ingetrokken wegens de
schromelijke gevolgen, waartoe zij aanleiding had gegevenen bepaald,
dat, ingeval bij de uitvoering der disciplinaire straf van rietslagen
door den delinquent eeuig militair of burgerlijk delict werd gepleegd,
desniettemin met de uitvoering moest worden voortgegaan.
Nog werd bij Alg. ord. v. 1851 No. 7 5 aangegeven:
Dat de rietslagen voortaan regelmatig op elkander moesten volgen,
zonder tusschenpoozenwelke de straf vermeerderdenen tevens
verbodendat militairenvolgens verklaring van den officier van
gezondheid, niet in staat om de geheele straf in eens te verduren,
na hunne herstelling, tot het ondergaan van het ontbrekende aantal
slagen, werden gedwongen.
Met al deze bepalingen kunnen wij ons geheel vereenigen.
c. Klingslagen, ten hoogste ten getale van vijftien.
Afgeschaft bij Gouvernements besluit van 12 Mei 1S51 No. 102.
(Alg. order van 1S51 No. 7 5). Blijven dus buiten beschouwing.
Hiermede zullen wij eindigenonze verhandeling is grooter ge
worden dan we ons hadden voorgesteld, 't belangrijke der onderwer
pen heeft ons onwillekeurig meegesleept, en ons breedvoeriger in onze
beschouwingen doen zijn, dan primitief onze bedoeling was.
Ons doel was hoofdzakelijk de overtuiging te leveren
le. dat vele straffen niet doelmatig zijn
2e. dat sommige correctiën slecht worden toegepast
3e. dat niet alle straffen zoodanig kunnen worden ondergaan, als
wel noodig is tot instandhouding van orde en tucht; en
4e. vooral, dat er nog een legio administratieve, huishoudelijke
bepalingen bestaanwaarvan het te wenschen is, ze zoo spoedig mo
gelijk komen te vervallen, om plaats te maken voor wettelijke voor
schriften, opdat een ieder wetewaaraan hij zich te houden heeft.
Zoo alléén, zal men als officier, bij zijn korps, op dezelfde wijze
kunnen denken, als wanneer men in den krijgsraad zitting neemt!
DjohcljokartaMaart 1872.
J. van Krieken.
372