30 werkwanneer de studie dau niet uit overtuiging voortkomtzal ze toch geen nut doen. Ook den vorm, dien schrijver aan de wetenschappelijke bijeenkom sten zou willem gevenkan ik niet anders dan goedkeuren. Het zal dan veel beter zijn, dan de wijze, waarop nu die bijeen komsten nog dikwijls in den vorm van den ouden cursus plaats hebben- Wanneer echter de korpsvereenigingenop vrijzinnige wijze be grepen en bestuurd, reeds veel goeds doen verwachten, eene geheel vrije vereeniging als de onze, waarbij alleen leerlust tot medewerking leidt en waarbij alle korpsen en diensten vertegenwoordigd kunnen zijn en dus hunne meerdere vakkennis ten bate der anderen doen strekken, zal zeker tot nog beteren uitslag moeten leiden. Eene opsomming van onderwerpen, ter behandeling in eene we tenschappelijke bijeenkomst, acht ik hier minder noodig. Alles wat in de ruimsten zin tot art. 1 van ons reglement kan worden ge bracht, zal zijn nut hebben, zelfs al beschrijft men bij de behande ling wat meer papier dan strikt noodig is. Waarlijk, indien men het lange artikel in het tijdschrift leest, zou men niet zeggen, dat de schrijver er van zoo'n vijand van inkt- en papiergebruik was. Toch ligt er iets goeds in zijne waarschuwing. Te veel rapporten en vooral noodelooze rapporten en rapporten in het dwangbuis, dat men model noemt, leiden er toe, dat de niet diep doordenkende den vorm met het wezen der zaak verwart en den vorm als hoofdzaak beschouwt. Het nadeel van het schrijfwerk wordt echter zeer overdreven voor gesteld. Nog nimmer heb ik van eenig korps der veldtroepeu ge hoord, waarbij de schrijverij in werkelijkheid schuld was, dat men minder practische oefeningen hield. Dat men daarin te weinig doet, ligt meer aau den sleur eener lang bestaande dienstregeling, dan aan tijdgebrek. Schrijver zou aan ieder militair van goed geloof willen vragen, wat er zou gebeuren, indien de papierproductie voor het leger eens klaps ophield? Mijn antwoord daarop is: Het zou het leger gaan evenals ieder ander lichaammet een uitgebreid administratief beheer. Er zou stremming en misschien ook verwarring zijn, tot dat men een ander middel had gevonden om administratie en controle zoo goed mogelijk te regelen. Het is zeer gemakkelijk, tegen het vele vereischte administratieve werk te velde te trekken en men is zeker, daarbij veel partijgenooten te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 37