383 verbinding van liet leger in Indië en dat in het moederland. Niemand, zegt de generaal, ontkent de voordeelen van wat ik weuschieder weetdat de waarde van het Fransche leger voor een goed deel ontleend is aan de ondervinding, die de Fransche officieren in Afrika opdoen. Wij stellen hier tegenover, dat een Fransch stafofficier, wemeenen van het leger van Mac-Mahon, tijdens den laatsten oorlog gezegd heeft: Nos troupes cTAfrique sont une plaie de Varmée^\ dat het Pruisische leger geen krijgservaring door oorlogen tegen onbeschaafde volkeren had opgedaan. Wij willen wel gelooven, dat er voordeelen zijn in het detacheeren van officieren naar Indië; wanneer deze eene expeditie bijwonen, zullen zij zich later te velde beter weten te reddenen men leert de dapperen kennen en waardeeren. Maar er zijn ook groote nadeelen aan verbonden; tusschen een Pruis en een Dajakker of Balinees is een hemelsbreed onderscheid. Tegenover de laatsten kan men ongestraft soms de regelen der tactiek veront- achtzamenhier vecht men zonder onderscheidtegen slecht uitge ruste en slecht geoefende troepen. De mogelijkheid bestaat, dat de daarbij opgedane ondervinding voor een Nederlandsch officier ge vaarlijk is. Een onzer vrienden heeft het voornemendeze aangelegenheid later breedvoerig in dit tijdschrift te bespreken. Wij zullen ons daarom thans tot het bovenstaande bepalen. Na den heer Knoop vervolgde de heer Stieltjes het debat. Deze zag den toestand niet treurig in, en meende, met den heer Knoop dat de toestand vrij voldoende is, waar men over zulk een leger als het Nederlandsch-Indische te beschikken heeft. Zie daar weer het geloof aan de ngloireZeker heeft het Indische leger veel goeds; dat leger, naar wij gelooven zoowel de Europeesche en inlandsche soldaten, zullen stand houden, ook tegen een overmachtigen vijand. Maar om met goeden uitslag uit den strijd te treden, zijn vele factoren noodig, zooals o. a. een uitstekend legerbevelhebber, goede oefening bij de troepen, dapperheid, energiek handelen ook bij de mindere aanvoerders, goede, deugdelijke bewapening, terreinkennis, goed gebruik van spoorwegen en telegraphen, behoorlijke sterkte des legers, enz. enz. Hij, die in deze factoren gezamenlijk boven zijne tegenpartij staat, zal over winnaar zijn. Het kan niet genoeg gezegd worden: de superioriteit van enkele factoren verzekert de overwinning niet. Stel een Daendels

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 390