3S9
op de buitenbezittingen, waar de mindere militairen slechter gehuisvest
zijn dan vele inlanders in den kampong
Dit moet anders worden, maar het kan onmogelijk anders worden,
zoolang de post voor geniewerken niet behoorlijk wordt verhoogd.
Aller aandacht is thans, naar het schijnt, gevestigd op de verbetering
der openbare werken, in het belang der ontwikkeling des lands.
Uitmuntend, mits inen daarbij niet het belang van hen, die dat land
voor Nederland behouden, vergete door de militaire gebouwen aan
de civile op te offeren
In den Nieuwen Militairen Spectator (1S70, blz. 213) vinden wij
nu de redevoering, welke de heer Stieltjes over het vestingstelsel
van Java uitsprak.
Sprekende over de verdediging van Batavia en de verschillende
plannen welke daarvoor gemaakt zijn (waarvan sedert bepaald schijnt
afgezien te wezen) gewaagt hij van een vesting bij Kramat. De
heer Stieltjes bedoelt zeker Karetboven Tanabaug.
Omtrent de vesting Willem I zegt hij het volgende:
//De sterkte wordt, aan de zijde van waar de vijand verwacht
wordtdoor hoogten gedomineerdzoodat zij niet alleen niet tegen
getrokken geschut bestand ismaar de beheerschende hoogten liggen
zoo nabijdat de vesting nooit tegen gewoon geschut houdbaar is
geweest. Daarbij komt dat, als de vijand de vesting neemt, hij ze
tegen ons kan gebruiken, zoodat ze werkelijk schadelijk is.'' Dit
laatste is in strijd met het vooraf gezegde; als de vesting toch niet
houdbaar, was, zou ze ook den vijand weinig voordeel kunnen
geven. Afgescheiden van dien is dat //schadelijke" zeker al een
bezwaar van weinig gewicht; alle vestingen zijn voor de verdedi
gers nadeelig wanneer zij in 's vijands handen gevallen zijn. Een
grooter bezwaar is, naar veler meening, gelegen iii die domineerende
hoogten.
Wat is, bij eene opvatting van den tegewoordigen tijd, het doel
der vesting Willem I? Laat ons nu niet meer spreken over de tien
of twaalf millioen, die door de vroegere, thans verworpen zienswijzen
omtrent de verdediging //verknoeid" zijn. Dat bedrag, door over
drijving tot dertig, soms honderd millioen opgevoerd, is de genie,
waarvan geen der thans in dienst zijnde officieren er eenig deel aan
heeft, reeds zoo dikwijls voor de voeten geworpen, dat wij er over
kunnen zwijgen. De tijden veranderen. In alle beschaafde landen,
waar over defensie gehandeld is, zijn vestingen gebouwd en weer