39-3 eischen van kustverdediging te verbetereu batterij Banjoe Njappa op evengenoemd eiland, die als te gernoet komende batterij den vijand veel kwaad zal kunnen doen, zal men kunnen aannemen dat dan, maar ook eerst dan, van de zijde der landmacht alles gedaan is wat mogelijk is om het forceeren van het vaarwater te beletten. De batterij te Karang Bollong heeft daarentegen weinig nut; die batterij is te ver vooruitgeschoven en kan door tal van vijandelijke schepen in zeer korten tijd tot zwijgen worden gebracht; die batterij zal wel niet anders dan als observatiepost te benutten zijn. Omtrent Onrust zegt de heer Stieltjes//Mén heeft op en om Onrust verschillende torens gebouwd, ten einde daar eene veilige ligplaats aan schepen te bezorgen. Maar, zooals het dikwijls in Indië gaat,-waar een opvolger afbreekt wat een voorganger tot stand bracht, is ook hiervoor later last gegeven om niet voort te gaan. Van één van die torens is dan ook slechts de fundeering gemaakt. Ik geloof dat, zooals men toen die torens wilde bouwen, zij niet veel tot de verdediging zouden hebben bijgedragen. Sedert men heeft uitgevonden torens te pantserenen sedert men geschut gebruikt dat geschikt is om schepen, zelfs op verren afstand, in den grond te schieten, geloof ik, dat van de positie Onrust, met eenige uit gaven, iets bruikbaars te maken is." Onze meening omtrent de //maritime positie van Onrust" is de volgende. Die positie heeft te weinig uitgebreidheid, om te kunnen beletten datook al voorziet men de torens van pantseringen gesteld dat zulks bij die torens mogelijk is en van zwaar ge schut, onze schepen door den vijand beschoten en vernield worden. Men kan dus o. i. in geen geval aan onze koopvaarders daar eene veilige ligplaats bezorgen. Wij willen hiermede niet ontkennen, dat de positie //eenig nut" zou kunnen hebben. Maar wanneer wij na gaan dat de tegenwoordige torens al zeer weinig beteekenendat men dus vermoedelijk nieuwe met zeer kostbare pantseringen zou moeten oprichten; dat één stuk geschut met affuit voor kustverde diging circa 30,000 kost; dat de kanonnen in draaiende ijzeren koepels zouden moeten worden opgesteld; dat er dus, kortom, mil- lioenen vereischt zouden worden om //iets bruikbaars" te erlangen; dat eindelijk de verdedigers van ons reeds te klein mobile leger zouden moeten worden afgenomenwanneer wij dat alles nagaan, dan zijn wij overtuigd, dat de positie van Onrust al die schatten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 400