EEK BELANGRIJK VERSLAG. De kapiteins der artillerie A. E. Eeuther en W. C. Iiojel van het Nederlandsche leger werden ten vorigen jare, toen de belegering van Parijs was afgeloopen, derwaats gezonden om het beleg en de ver dediging dezer stad te bestudeerenspeciaal voor zoover de bijzonder heden van artilleristischen aard betrof. Ofschoon zij door de treurige gebeurtenissen waarvan Prank rijks hoofdstad sedert 18 Maart 1871 het tooneel was, niet in staat waren, ten volle aan hunne opdracht te voldoen, hebben zij een zeer zorgvuldig samengesteld en hoogst belangrijk verslag ingediendhetwelk van wege het ministerie van oorlog in de '/verslagen, rapporten en memoriën" is uitgegeven. De plaats ontbreekt ons, op al het daarin voorkomende de aandacht te vestigenwij zullen er ons dus toe bepaleDhieronder enkele uit treksels uit bedoeld ver dag over te nemenin de hoopdaardoor bij onze lezers de zucht op te wekkenmet dat stuk in zijn geheel kennis te maken. Ondergeschiktheid en trouwe plichtsbetrachting. Deze beide groote militaire deugden zijn in het Pransche leger veel minder sterk geteekend dan in het Pruisische. Wie troepenkorpsen van beide legers gezien heeften de gelegenheid had daarbij hunne oefeningen en werkzaamheden van nabij gade te slaan, komt tot het besef, dat in deugdelijke militaire vorming Pr ankrijk oneindig verre bij Pruisen achterstaat. Niet alleen de Pruisische soldaat, maar ook de officier staat in kennis hooger dan de Pransche. In Pruisen ziet c!e soldaat met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 405