411
van eene bestorming aan te bieden; het doel is alleen, ons het
lezit der plaats om hel, een of ander oorlogsbelang te verzekeren
en met hoe minder offers wij dit doel bereiken, hoe beter. Volgens
de ondervinding staat het vast, dat men, bij den spoedigen gang
van den oorlog in bet veld, zeer ongaarne tot eene, altijd veelgeld
en tijd kostende belegering beslist dat dus plaatsen, welke zoo
bevestigd zijn, dat zij noch stormenderhand (althans zonder geheel
buitensporige menschenoffers), noch door een bombardement van weinige
dagen of uren genomen kunnen worden (dus vestingen), door den
vijand gaarne vermeden worden. Het doel, de plaats-zelve in ons
bezit te houden, wordt in dat geval volkomen bereikt, en daarmede
worden, wanneer wij het geval buiten rekening laten, dat eeuige
vesting op zichzelve geene waarde heeft, ons al de voordeelen
gewaarborgd en deze dus den vijand onttrokkenwelke die plaats t
als veilige rivierovergang, als depötplaats, als steunpunt voor gue-
rillabenden of in eenig ander opzicht aanbiedt. Wij genieten deze
voordeelen wellicht maanden lang of juist op het beslissend oogen-
blikals het bezit der plaats eene belangrijke operatie toelaat
wij kunnen misschienin het vertrouwen op ons vesting stelsel
groote landstreken met zeer geringe strijdkrachten voldoende verze
keren en dus eene des te sterkere macht bij het mobile leger
concentreerenwij dwingen mogelijk, door onze vestingen, den
vijand omter vermijding van den vestingoorlog en van den moeielijker
strijd tegen de op eene goede operatiebasis steunende tegenpartij
zijn aanval in eene andere, voor ons veel voordeeliger richting te
ondernemen of zelfs van den oorlog af te ziendie hem geene
snelle en overwegende voordeelen belooft. Zijn dan de versterkingen
om al dergelijke plaatsen te vergeefs geweest, omdat er geen schot
voor haar gevallen is? Zou alles ook zoo geloopen zijn, indien
die versterkingen niet bestaan hadden? Deze onopgemerkte muren
en wallen hebben door hunne indirecte werking den veldtocht wellicht
eene geheel andere wending gegeven; zij hebben de inwoners enden
staat misschien vele millioenen bespaard, die de vijand hem anders,
Spoorwegen vergemakkelijken voorzeker, zoolang zij niet vernield of onbruik
baar gemaakt zijnden eersten aanvoer van het belegeringspark en de latere toezen
dingen van munitie en dergelijke; de vernieling zal echter zelden geheel achterwege
Wijven, en bovendien is de massa van het benoodigd materieel zoo verbazend groot,
dat de aanvoer daarvan, ook met behulp van spoorwegen, altijd veel tijd vordert.
Men bedriege zich in dit opzicht niet door de mogelijkheid van spoedig transport
van een klein aantal zware vuurmonden. Behalve het transport zijn er overigens
log tal van andere oorzaken van het groot tijdverlies, aan eene belegering verbonden.