412 zoo dezen vrije toegang was verleendals oorlogsschatting zoude hebben afgenomen; en zoo de faain deze stille verdiensten al niet met luid bazuinengeschal aan de wereld verkondigt, is het de plicht van den kalmen toeschouwer, de schijn van het wezen af te scheiden. Vestingen zullen in de toekomst, even als in het verledeue, een belangrijk element van de oorlogsvoering blijven, maar de werkelijke strijd en in het bijzonder de belegeringsoorlog zal vele dier vestingen, namelijk haar die fortiücatorisch de sterkste zijnslechts bij uit zondering raken, zoo als dit, in den grond der zaak, vroeger niet anders was. Eerder zullen nog plaatsenwelke uit een strategisch oogpunt belangrijk, maai' zwak versterkt zijnaan een rechtstreekschen aanval blootstaanbezitten deze dan nog slechts zoodanigeu graad van sterkte, dat zij den vijand tot eene werkelijke belegering of tot eene blokkade verplichten, zoo ligt zelfs in zoodanig geval haar nut voor den oorlog vooral in hare voorafgegane stille werking en in het tijdverlies, dat de vijand door de voorbereidende maatregelen voor de belegering ondergaat, en dat ons leger, door vertraging in de beslissing, tijd tot nieuwe operation en daarmede misschien zelfs tot ontzet verschaft. Het is voor den oorlog dikwijls van meer belang, verscheidene strategisch belangrijke terreinpunten, op matigen afstand van elkander en met niet te groote uitgaven te versterken, dan dezelfde kosten en middelen aan de zeer sterke bevestiging van een dier punten te besteden. Dan moet men er zich echter ook in schikkensommige dezer plaatsen naar omstandigheden reeds na korte belegering, ja zelfs //eer de vijand op de contrescarp verschijnt', te zien overgeven, en mag men niet met sommige schrijvers beweren, dat de vesting wegens hare korte verdediging den staat geenerlei. voordeel heeft aangebracht. Iedere kommandant moet voorzeker vast besloten zijnden hem toeverirouioden post tot het uiterste te behouden; de werkelijke arbeid, voor den oorlog door de vesting geleverdvalt echter in den regel niet met de meer of minder belangrijke handeling der verdediging samen en wordt daardoor alleen althans in geenen deele bepaald; liet voornaamste nut der vesting is meestal in geheel andere richting te zoeken. Zullen intusschen de vestingen haren bezitter werkelijke diensten bewijzen, dan moeten hare inrichting en haar gebruik met elkander in overeenstemming zijn. Wij zullen daarover thans kortelijk han' delen, en in de eerste plaats een blik op het gebruik der vestingen werpen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 419