34 kameraden niet zijn, die uit eigen beweging het nut der studie inzien. Het tegenbewijs behoef ik hier met ver te zoeken. Toch houd ik, als algeraeene regel, eene verplichte vereenigiug gedurende de eerste twee jaren voor heilzaam. Die vereeniging moet dan door een zeer bekwaam persoon, die tevens goed onderwijzer is, geleid worden. De huishoudelijk inrich ting kan geheel aan de bataillons- en korps-kommandanten worden overgelatendie daarbij vooral in het oog dienen te houdendat het doel niet moet zijn onderricht te doen geven in eenige bepaalde vak ken en als het ware eene vastgestelde cursus te doorloopenmaar dat, zooals ook het tijdschrift-artikel aantoont, die voortgezette studie alleen moet dienen, om den jongeren officier de overtuiging te geven, dat zijn examen geen laatste slagboom isen om hem te gewennen aan het denkbeelddat zonder voortgezette studie niet alleen geene geregelde bevordering volgt, maar dat, wanneer men niet zorgt op de hoogte van zijnen tijd te komen en te blijven, ook zelfs eenvoudige plichtsbetrachting niet mogelijk is. Geene vaste regeling dier oefeningen dusmaar ook daar zooveel mogelijk vrije beweging, onder de leiding van den bekwamen en menschkundigen instructeur. Geen leerboek op dien cursus en vooral geen handboekdat als het ware zou moeten dienen, om het denk\ermogeii te vervangen, zoodat men later te velde, met het boek in zijn zak, zijn hoofd zou kunnen te huis laten. De oorlogswetenschap is daartoe niet positief genoeg en een helder hoofd, dat over mogelijk gevechtstoestanden heeft leeren denken en uit de beredeneerde beschouwing van het verledene de noodige kennis heeft geput om in voorkomende gevallen spoedig en juist le oor- deeleu, is meer waard dan honderd boeken. Geene studie kan tot goede resultaten leidendan diegegrond op onderzoek en vergelijking. Hij, die op godsdienstig terrein bij den bijbel, op rechtskundig bij het wetboek, of, in welke andere wetenschap ookbij eenig leerboek blijft hangen, zal niet meer nut stichten, dan het werktuig in de fabrieken; toch kan het niet het doel van den schrijver zijnom ons met zijn handboek tot werktuigen te maken in dehelaastot de noodzakelijk kwaden behoorende verdelgingsfabriek. Neen; al wat men theoretisch als grondslag bepaald kennen moet, dat moet geleerd worden vóór men officier wordt. Daarna geen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 41