416
der Oostenrijkers in Italië een schoon voorbeeld van eene op goed
aangelegde vestingen steunende active verdediging tegen een dubbel
overmachtigen vijand. De uitval, ter juister tijd, van het achter de
Btsch geconcentreerdecioor gedeelten der bezettingen van de ves
tingen tijdelijk versterkte en ondersteunde Oostenrijksche leger tegen
den niet vereenigd gebleven vijand had de schoonste gevolgen. Voor
zeker begunstigde de slechte leiding der persoonlijk met groote dap
perheid vechtende Italianen de Oostenrijksche ondernemingen bedui
dend maar van den anderen kant moet erkend worden, dat de zeer
groote moeielijkheid van den aanval op eene positie, zooals die der
Oostenrijkers in Italië, juist de fouten der Italianen voor een goed
deel veroorzaakte. Men heeft meermalen gezegd, dat de Italianen
den vierhoek langs Eovigo en Padua hadden moeten omtrekken; de
ondervinding zou echter uitspraak hebben moeten doen of dit aan te
bevelen zou geweest zijn; zoolang toch een sterk Oostenrijksch korps
bij Verona stond, zouden de Italianen op deze wijze vermoedelijk niet
ver naar het noorden gekomen zijn, vooral nu de waarde van de
vloot, als hoofdsteunpunt, naar den zeeslag bij Lissa te oordeelen,
zeer twijfelachtig schijnt geweest te zijn. Hoe het zij: 100,000
man te midden van eenige vestingen aan sterke stroomliniën, ver
lamden destijds volkomen het offensief van meer dan 200,000 man,
en zulks om dit, tot geruststelling van angstige gemoederen in
groute vestingstedenter loops op te merken zonder dat het tot
eene belegering of ernstige verontrusting van een dier vestingen kwam,
met uitzondering alleen van het bruggenhoofd bij Borgoforte, dat
later gedurende korten tijd beschoten werd.
Sommigen zeggen: //de onoverwinlijke vierhoek is in 1866, zon
der belegering, in een open veldslag in Bohemen veroverd; waartoe
hebben nu den Oostenrijkers de vele millioeneu guldens gediend,
welke zij in deze vierhoek hebben gestoken? al dat geld is zuiver
weggeworpen." Op dit rekenvoorbeeld in koopmansstijl passen ech
ter eenige kantteekeningen. Vooreerstwanneer de Oostenrijkers
zich de boven de krachten van den slaat gaande taak stelden, te
gelijk hun gezag te verdedigen in Opper-Italië en in Duitschland,
dan was dat eene politiekegeen zuiver militaire foutzulke mis
slagen van den eersten rang kuuuen door de voortreffelijkste maat
regelen van meer ondergeschikten aard niet steeds goed gemaakt wor
den. len tweede: De vestingvierhoek bewees den Oostenrijkers
in 1866 den zeer grooteu dienst, hen in staat te stellen een leger
in het noorden te vereenigen, dat zich met de Pruisen meten kon-