zijn van verspilling. Bij eene behoorlijke regeling is juist het omgekeerde waar, althans wat de troepen betreft. Bijna elke staat bezit zekere categoriën van troependie voorloopig niet geschikt zijn voor den dienst te velde: gedesorganiseerde korpsen na een ver loren veldslag, invalidenkompagniëndie niet marschvaardig zijn, landweerbataillons, welke door een bekwamen tegenstander met mar- schen en bivouacs te gronde worden gericht, nationale garden, die volkomen in verwarring geraken zoodra zij duizend pas op een omge- ploegden akker moeten doorloopen of door een escadron kavallerie worden aangevallenongeregelde troependie bij gemis van eene behoorlijke discipline in het veld geen standhouden, enz. enz. Al deze elementen kunnenin eene vesting geplaatst en door eene in verhouding geringe geregelde troepenmacht ondersteund, onder de krachtige hand van een verstandig kommandant, belangrijke diensten bewijzen; zij geven dan een werkelijke versterking van het leger, welke zij op geene andere wijze zouden kunnen schenken. Van lieverlede worden ook zij, bij dagelijksche oefening, goede soldaten, voor het mobile leger geschikt, en kunnen ze dan ook rechtstreeks tot de vermeerdering hiervan medewerken. Het spreekt intusschen van zelf, dat het vestingstelsel van eiken staat in overeenstemming moet zijn met zijne legerorganisatieeen land, dat volgens die organisatie over weinig bezettingstroepen kan beschikken, is wel verplicht, het aantal vestingen tot het uiterste te verminderen, om versnippering van het mobile leger hetwelk dan in de bezetting der vestingen zouden moeten voorzien te vermijden. De aanleg van veldwerken gedurende den oorlog en op het oor- logstooneel, zal altijd tot zoodanige versnippering leiden. Vooreerst, omdat men dan niet dadelijk over de bovenbedoelde bezettingstroepen zou kunnen beschikken; maar ten tweede, omdat deze voor de ver dediging van tijdelijke positiën onvoldoende zouden zijndaar men het gemis aan fortificatorische waarde der plaats dan door meerdere tactische waarde der bezetting moet vergoedenm. a. w. voor hare verdediging volkomen geoefende troepen dus tot schade van liet leger te velde noodig heeft. Het is toch onmogelijk, veld werken op te werpen, die in alle opzichten aan de eischen der versterkingskunst beantwoorden; het profiel wordt, wegens den gevorderden spoed, tot een minimum van dikte of zelfs nog minder teruggebracht, en belangrijke werken, die voor eene goede verde diging noodig zijn, moeten meermalen geheel achterwege blijven. 422

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 429