35
leerboek en geen leermeestermaar onderzoek en vergelijking in het
studievertrekonder een bekwamen leidsman.
Bij het programma der examina moet vastgesteld en bepaald zijn,
welke kennis noodig is om officier te worden.
Een voorbereidingshandboek zou, wanneer het goed geschreven
werd, het getal der nuttige werken met één vermeerderen, maar
of het na alle bestaande handleidingen eene bepaalde behoefte is,
wordt door mij betwijfeld. Het kost geene inspanning, zoo
maar los weg een afkeurend oordeel uit te spreken over al het be
staande, en als degelijk bekende mannen van holklinkende frasen ma
kerij te beschuldigen, maar het zal niet zoo gemakkelijk zijn, iets
te leveren, hetgeen, om niet van beter te spreken, zelfs maar even
goed is, als wat wij aan hunne studie en werkzaamheid danken.
In ieder geval zal de handboekmaker, wil hij iets leveren, veel
moeten afschrijven, want in iedere wetenschap toch is het voor den
vooruitgang een eerste eisch, dat de nakomeling gebruik make vau
het goede, dat vóór hem is gevonden en geschreven. Waarom zou
dit in de krijgswetenschap anders zijn
Het Pruisische reglementaire handboek ken ik niet, maar ik ver
onderstel, dat het meer een zakboek of vade-mecum zal zijn; doch
zelfs al hadden de veel reglementeerende Pruisen ook een reglementair
handboek voor de verdere studie der o fficieren, dan nog zouden Metz
en Sedan mij niet kunnen doen besluiten, om hunne handboek-
vaststelling goed te keureu of aan te bevelen.
Geene vrees, dat, wanneer wij bij onze oefeningen geen handboek
gebruikende goede stijlisten het woord zullen nemen en door veel-
praterij, gepaard met gedachtenloosheid, ons lang en zonder nut zullen
bezighouden. Eene enkele maal moge dit gelukkenmaar ook in
onze wetenschap geldt de regel, dat men nietsbeduidendheid op den
duur niet door fraaie of groote woorden kan verbergen.
De goed stijl zal alleen dienen om het nuttige gemakkelijker
ingang te doen vinden.
Oefeningen op het terrein en vooral tactische oefeningen, des
noods zonder troepenwaarbij de officier doet zien, of hij uit het ge
leerde en het bestudeerde nut heeft getrokken, zullen van veel belang
zijn. Dit zal wel door niemand betwijfeld wordenzelfs al had
de, als oorlogsminister minder gelukkige, generaal Leboeuf het uit
de gegeven instructie weggelaten. Die terreinoefeningen moeten
echter zeer goed worden geleidanders schaden zein plaats van
goed te doen. Bij minder volkomen leidingworden de naar veron-