425 van eene zwaarte van 5J- centenaar, waarmede men 400 schoten in de minuut kan doen; welke naam dat kanon draagt, is ons verder onverschillig. De trefkans is tot op 1000 pas voldoende. Bij zulk eenen zeker zeer goeden vuurmond doen zich de vol gende vragen voor 1. In welke gevechtstoestanden is hij van bijzondere waarde? 2. Hoe zal het in de orde van bataille worden ingedeeld; hetzij bij de andere wapens, of wel zelfstandig, als lichte artillerie? •3. Aan welke voorwaarden moet dit geschut in technischen zin voldoen, om gunstige uitkomsten te kunnen geven? Het schrootkanon, Gatling-gun, de mitrailleurkogelspuit, of hoe dit moordwerktuig ook lieeten moge, kan nimmer de werking van het kogel- en granaatschot, zelfs van het kleinste kaliber, der artillerie vervangen. Hiervoor mist het ten eeiienmale de noodige sclioots- verheid en indringingsvermogen tegen doelen, welke eenigen te genstand bieden; bovendien laat de vorm van de kogelbaan niet toe, voorwerpen te treffen welke gedekt zijn opgesteld. Daarentegen is zijne uitwerking veel beter dan die van het kartetsschot. H ant met het schrootkanon kan niet alleen in denzeifden tijd een grooter aantal projectielen weg geslingerd worden, maar elk projectiel, op zich zelf beschouwd, heeft grooter indringingsvermogen, eene meer bestrij kende baan, dus grootere trefkans, en eene beduidend grootere schoots- verheid (1000 pas tegen hoogstens 700). Men kan ook aannemen, dat de zijdelingsche verspreiding grooter is, daar gezegd wordt, dat de zijdelingsche richting gemakkelijk en onafgebroken kan plaats hebben. Men mag' stellendat een schrootkanondat de vooropgestelde eigenschappen bezit, 111 vergelijking met infanterie, dezelide vuui- uitwerking bezit als 30 manschappen, die 13 tot 14 schoten in de minuut doen. Een goed schrootkanon kan dus de veldartillerie met voordeel vervangenwaar deze zich van het kartetsscliot zou moeten be- dienenterwijl het in stede van infanterie kan gebruikt worden op die punten, waar deze in massa een snel vuur zou moeten onderhouden. Tegen het eerste gedeelte van deze stelling kan niets aangevoerd worden, daar het schrootkanon een werktuig is zooals elke andere vuurmond der artillerie en daarbij volmaakter, want het is lichter, gemakkelijker te behandelen en vereischt een minder aantal bedie- niugsmanschappen. Tegen het tweede gedeelte moeten echter eenige bedenkingen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 432