jevoelen, welke de artillerie ondervond om, in het gevecht, de infanterie overal te volgen en te ondersteunen. Men heeft toen het gebrek eene noodzakelijkheid genoemden in de eerste opwelling geloofd, dat de artillerie gedwongen was om met hare getrokken kanonnen op groote afstanden zoo lang mogelijk stand te houden. Overleg en practijk hebben echter van lieverlede de overtuiging gevestigddat de getrokken veldartilleriezoo al niet op dezelfde wijze als de vroegere gladzielsdan toch in eene geheel andere mate als bij de eerste optreding gedacht werd, het gevecht der infanterie moet inleiden en ondersteunen, en dat hiervoor bepaalde oefening noodig is. Toen men dit begreep, en toegeven moestdat de infanterie door een krachtiger wapen moest ondersteund wordenwerd de gedachte gevestigd op de schrootkanonnenen men is daarbij van de stelling uitgegaan, dat ieder bataillon een licht stuk geschut met groote vuuruitwerking ter ondersteuning hebbenen daarmede eene tactische eenheid uitmaken moet. Deze gedachte is te eerder te rechtvaardigen, daar gemakkelijk is aan te toonen, dat verreweg in de meeste gevallen, waarin een schrootkanon gelegenheid heeft zijne kracht te toonen, ook de vuur- werking der infanterie groot is. Intusschen doet zich bij een zoo danig gebruik der schrootkanonnen menige zwarigheid voor. Om de vernielende werking van het tegenwoordige infanterievuur te ontwijkenmoet de infanterie zich zooveel mogelijk verspreid opstellen op doorsneden terreinendie haar het best tegen de vijandelijke kogels beschutten. In een woordzij moet zoo bewe gelijk mogelijk zijn. Het schrootkanon van Feldl weegt 540 pond, de mitrailleur van Montigny en Christophe 410 pond, de Gatlmg- gun 385 pond. Ieder van deze kanonnen is te zwaar, om over lange trajecten en moeielijk begaanbare wegen door menschenhanden vervoerd te wordendaarvoor heeft men paarden noodig. Om op slechte wegen en steile hellingen zoo vlug vooruit te komen, als liet doel vordertis zelfs een gewicht van 4 centenaars voor 2 paar den te zwaar. Ook voor het tot dusverre bekende beste stelsel heeft men dus eene te groote bespanning noodig, terwijl een ander, waarbij men met minder zou kunnen volstaan, niet aan de eischeu voldoet. In welke verlegenheid zou nu zulk een vuurmond een bataillon infanterie brengen, dat genoodzaakt is eene helling te be klimmen of spoedig een dicht bosch door te trekken F Men zou, in stede van het voordeel van het bataillon onafhankelijker te maken, het nadeel hebben van het minder bewegelijk te doen zijn en 427

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 434