36 derstelling uitgevoerde manoeuvres slecht, of somtijds in het geheel niet, begrepen; en de ondergeschikte officieren krijgen al spoedig het denkbeeld, dat het er zoo erg niet op aankomt, en dat men er ook zonder tactiek-kennis wel komen kan. De terrein-oefeningen zijn echter buiten onzen onmiddellijken beschouwingskving. De uren toch, die wij voor onze bijeenkomsten moeten kiezen, zullen in den regel eene voordracht op het terrein niet toelaten. Meer eigenaardig is het dan ook, dat dergelijke oefeningen, zoo als zulks thans reeds geschiedt, door de korps- of de garnizoens- kommandanten worden geleid. Onze Bataviasche schrijver put uit hetgeen hij zegt over de ter reinoefeningen alweder stof tot verwijt tegen stijl en geschreven stuJcken. Hij zegt, daarvan een grooter vijand te zijn, dan zijne nog al uitgewerkte verhandeling in het tijdschrift ons zou doen denken. Na al de afkeuring van hetgeen gedaan en vooral van hetgeen geschreven is en nog geschreven zal worden, is men eindelijk ge lukkig genoeg, in zijn artikel iets te vinden, waaraan hij zijne goed keuring hecht en waarop hij zelfs geene aanmerking kan maken namelijk het opgeven van onderwerpen ter behandeling door het departement van oorlog. Het is overbodigdie goedkeuring te steunendoch zij is mij eene welkome gelegenheid om er uwe aandacht op te vestigen, dat de in 1870 opgegeven onderwerpen ook in onze vereeniging met veel nut zullen kunnen besproken worden. Is nu echter, zooals schrijver beweert, door het opgeven dier onderwerpen de studie gemakkelijker en minder kostbaar gemaakt Ik kan geene enkele reden vinden waarom dit het geval zou zijn, maar wel zal men door het uitschrijven dier prijsvragen en vooral door het goed beloonen van voldoende en meer dan voldoende ant woordenden lust tot studie opwekken, en dit is mijns inziens het eenigste waaraan wij behoefte hebben. Is er lust, dan vindt men spoedig genoeg de gelegenheid en ook daarna de middelen. Onder die middelen, om de studie te vergemakkelijken, beveelt schrijver aan, het uitgeven eener militaire courant met gedwongen abonnement. De hoofdenwaarin die courant zou moeten verdeeld zijn, worden daar aangegeven. Ik begrijp echter niet, waartoe de uitgave van zulk een blad zou moeten dienen, want al het nuttige, dat in de aangegeven hoofden zijne plaats zou kunnen vinden, past evenzeer in het reeds bestaande militair tijdschriftmaar wanneer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 43