436 officieren verklaarden en dit is volkomen eenstemmig met hetgeen door de Pruisische officieren werd medegedeeld dat de mitrailleuse daar waar zij veldgeschut tegenover zich hadsteeds het onderspit moest delven; doch meermalen dit bericht is van Pransche zijde en wordt door de Pruisen niet tegensproken zou voorgekomen zijn, dat eeue mitrailleuse-batterij het positie nemen van Duitsche artillerie heeft belet. Op de vraag, tot eenige Pruisische artillerieofficieren gericht, of de ondervinding, omtrent de mitrailleuse opgedaan, voor het Duitsche krijgsbestuur eene aanleiding zou zijn001 tot de invoering van zoodanig wapen over te gaan, luidde het antwoord, dat hieromtrent de gevoelens verdeeld waren. De artillerie ziet geen bijzonder heil in het bezit van schrootkanounenen zou dat in geen geval met eene opoffering aan veldgeschut willen koopen. JNTogtans zou de artillerie vermoedelijk moeten zwichten voor den drang der omstan digheden, en, toegevende aan het sterk uitgedrukte verlangen van de infanterie en kavallerie, tot de aanschaffing der schrootkanonnen moeten' besluiten. De Pruisische artillerieofficieren zijn eenstemmig in het gevoelen, dat de mitrailleuse vooral bij de defensieve handelingen hare volle kracht kan toouen. Bij een offensief optreden achten zij deze wa pensoort van twijfelachtig nut. Om zich aan de uitwerking van het vuur der schrootkanonuen eenigermate te onttrekken, wierp de infanterie zich op den grond, en trachtte kruipende de positiën te bereiken die haar waren aange wezen. In den aanvang bracht deze nieuwe wapeusoort een grooten moreelen indruk op de Pruisische troepen voort, doch toen gebleken was, dat hare uitwerking niet groot was als aanvankelijk werd vermoed, wist men zich aan het schadelijke van den moreelen invloed te ont trekken, en zich te gewennen aan het op de krijgsvelden tot dus verre ongewoon ratelend geluid, door de mitrailleuses bij het afgeven der salvo's gemaakt. Kalibers der vuurmonden te velde. Het heeft in vroegeren jaren in Pruisen een grooten strijd gekost, alvoreus tot de beslissing te geraken om twee kalibers te velde mede te voeren. De voorstanders van eene eenheid in geschutsoort en van de daaruit voortvloeiende eenvoudigheid in uitrusting meenden, dat de 4-uiei' voor veldgebruik in alle mogelijke opzichten kon voldoen zij vonden wat juistheid van schot betrof, een krachtigen steun in de uitkomsten der ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 443