437
gelijkende proeven, die met het kanon van 4 en 6 ffi genomen
werden. Inderdaad, de nauwkeurigheid van het schot kan voor die
beide vuurmonden volkomen gelijk gesteld worden. Maar niet aldus
wat de uitwerking aangaaten hoewel het moeilijk valt deze uit
werking voor beide kalibers in onderling vergelijkbare cijfers uit te
drukkenzoo laat zich gevoelendatwanneer men de projectielen
van het kanon van 4 en 6 naast elkander stelt en op hunne
verschillen in gewichten en springladingen letaan het zwaard er
projectiel een grooter vermogen moet toegekend worden.
Pruisen nam de kalibers van 4 en 6 ffi voor zijn veldgeschut,
en de Fransch-Duitsche oorlog heeft geleerd, dat het zich dat besluit
niet behoeft te berouwen. Voor vlugge, snelle handelingen, voor
meerdere onafhankelijkheid van het terrein is de 4-®ei' zeer gewaar
deerd geworden; doch het bezit van den is ook zeer op prijs
gesteld, daar waar eenmaal ingenomen positiën niet spoedig met
andere omgewisseld zijn moeten worden. Het is niet wel doenlijk
de gevallen met juistheid te omschrijven, waarin het overwicht en
de minderheid van het eene kaliber ten opzichte van het andere aan
liet licht is gekomen, maar zooveel is zeker, dat alle Pruisische
officierenwaarmee de ondergeteekenden in aanraking kwamenaan
liet bezit van beide kalibers hechten, en dit, niettegenstaande de
6-ffier batterij een minder aantal projectielen meevoert dan de 4-tC'or.
Stalen of hronzen veldgeschut. Zooals bekend isheeft men in
Pruisen voor de veldvuurmonden eene vervanging van het staal
door brons op het oog. Volgens zeggenis die vervanging niet
definitief ingevoerden zou ze alleen uit dit oogpunt gewenscht
worden, dat de stalen vuurmond, wat geschutmetaal en confectie
aangaat, kostbaarder en lastiger isdan wanneer brons als geschut-
metaal gebezigd wordt.
Proeven, met bronzen veldkanonnen genomen, hebben tot gunstige
uitkomsten geleid. Wel is waar is gebleken, dat zij na 5- a 600
schoten merkbaar zijn uitgeschoten, maar, in dien toestand gekomen,
zouden zij, door het inbrengen van eene stalen buis, zonder groote
kosten en met weinig inspanning weder in goeden staat te brengen
zijn. Deze zaak schijnt nog in studie te zijn, althans zijn daar
omtrent geene nadere berichten ingewonnen kunnen worden. Men
schijnt reeds nieuwe proeven met brons en andere metaallegeeringen
voor veldgeschut te Berlijn op het oog te hebben. Het is niet