446 maanden de aandacht gevestigd op het Abrégé de V art de la guerre geschreven uit de gevangenis te Versailles door den ongelukkigen Hossel. Wij zullen dat verslag volgen. Terwijl de communalist Hossel zijn doodvonnis en terechtstelling afwachtte, had hij den moed, een vertoog over de krijgskunst te ont werpen en dit zijnen landgenooten voor te leggentot hunne leering. Terwijl zijn leven gevaar loopt, werkt hij voor zijn vaderland, en uit zijne cel geeft hij hun eenige onschatbare, behartigenswaarde wenken. Hij verklaart, dat Napoleon I het verval der krijgskunst in Frank rijk veroorzaakte. Deze stelling is niet nieuw en evenmin paradoxaal. In een leger moet evenmin als in eene natie de individualiteit op geofferd worden aan de gehoorzaamheid, onverschillig, hoe groot het genie van den tijdelijken aanvoerder zij. Door overdrijving zou dit beginsel echter een leger te gronde kunnen richten. Tucht is vol strekt noodig, maar individualiteit is het ook. In hunne verblinding en partijzucht zijn de menschen maar al te zeer geneigd zich aan ééne van deze polen te houden, vergetende, dat twee uiteinden ge lijkelijk behooren tot hetzelfde voorwerp; dat zij wel aan elkander tegenovergesteld, maar niet met elkander in strijd zijndat zij slechts verschillen in de uitwerking op het lichaam, dat er aan wordt on derworpen dat beiden magnetische kracht uitoefenen. Zonder tucht is er geen legerzonder individualiteit is een leger slechts een troep slaven. Napoleon I vond de Fransche soldaten vol zelfwerkzaamheid. Door ze te vormen tot een volkomen werktuig won hij aan organi satie en tucht. Door de dwingelandij van zijn genie doodde hij de individualiteit, ofschoon hij zelf verklaarde, dat de man, die slechts weet te gehoorzamen, nimmer een veldheer zou zijn. Napoleon was niet voldaan, zoolang hij zijne generaals niet tot zijne creaturen verlaagd haddie geene bezieling kenden dan den adem van hunnen meester, geen trots dan zijne gunst, geene vrees dan zijn toorn. Na Napoleon kwarr, eene rij mannendie de letter voor den geest namen en alles lieten verslappen: krijgskunst, administratiekunst, de kennis der plichten van den staf. De strategie was spoedig ver geten; de legers marcheerden zonder inlichtingen te hebben en vielen op den tast aangelijk te Solferino. De taktiek werd beperkt tot de handeling van den soldaat. De tucht verviel, en er rukte in 1870 een leger op voor een' veldtocht, die eindigde met ellende, hongersnood en gevangenschap.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 453