451
Omtrent de inrichting van legers zegt Napoleon, dat vier stuk
en op duizend manof een achtste van het leger te vormen uit
rtillerie, en de cavalerie op een vierde van de sterkte der infante
rie te stellen, de goede verhouding is. Hossel lacht om de over
drijving van eenige nieuwere schrijvers, die dit alles willen veranderen
en het geschut zoo vermeerderen, dat het leger slechts een nconvooi,
egeleid door infanteriezou worden, en die de ruiterij willen
'erminderen tot een dertigste van de infanterie. Napoleon's schets van
ien staand leger met Eossel's aanteekeningen en dezes hoofdstuk over
IGeïmproviseerde legersverdienen de aandachtige overweging van den
trijgskundige. Napoleon heeft zijn leger van 1815 beschreven. Het
ivas eene wonderbaarlijke tentoonspreiding van zijn scheppend vermo
gen, maar het was geïmproviseerd, en na Waterloo viel het ineen.
Voor het openen van een' veldtocht volge men den stelregel van
den Aartshertog Karei: «In het ontwerp van een operatie-plan moet
^alles daarheen gericht zijn, door beslissende slagen den vijand te
dwingen zoo spoedig mooglijk vrede te sluiten." //Dit beginsel werd
in 1870 door de Pruisen gevolgd, door de Pranschen geschonden.
Teder is nu overtuigd, dat Napoleon III de grens had moeten over
trekken, zelfs met 100,000 man, zoo hij er niet meer gereed had.
Hij zoude al het prestige hebben gewonnen van een eerste voor
deel, en zekere partij in Beieren en Oostenrijk tot zich getrokken.
Zijne opening van den veldtocht was niets minder dan onnoozelheid.
b de Pruisische strategie was niets nieuw. //Als men slechts eene
verdedigende houding aanneemt, loopt men alle gevaar zonder iets
te winnen." Dat zijn woorden van Napoleon I.
Hetzelfde beginsel moet de nbewegingen van legersbeheerschen,
besproken in het volgende hoofdstuk. //Kleine legers", zegt Jomini,
«moeten het verlangen opgeven elk voorwerp te dekkenen slechts
streven naar het hoofddoel, waarvan de uitslag van den veldtocht
afhangt." Dezelfde meester in de krijgskunst schrijft: //Door de
snelheid van de marschen wordt de werking van de strijdkrach
ten vermenigvuldigd en een groot deel van die des tegenstan
ders verlamd." Hierin schoten weder de Pranschen te kort; de
Duitschers slaagden. Maar dan komt het gewichtige bezwaar van
de voeding. In 1796 gedurende de tien dagen marschen en gevechten,
waardoor Napoleon Piemont veroverde en Italië ontblootte, hadden
er geene geregelde verstrekkingen van levensmiddelen plaats. In
1805, toen hij Wurtemberg doortrok, had zijne manschap tot hoofd-
voedsel aardappelen, opgeraapt in de velden. In 1807 werden al de