38 Geheel vrije vereeniging, tot het beoefenen der militaire weten schap, zal het meest er toe kunnen bijdragen om het leger, wat vorming en kennis betreft, aan de eischen van den tijd te doen beantwoorden. In die vereenigingen spreekt ieder, die iets'nuttigs te zeggen heeft, naar zijn beste vermogen. Niet de vorm der rede, maar de degelijke inhoud maakt de waarde der voordracht uit. Het meeste nut moet echter getrokken worden uit de discussiën, die op de voordracht volgen. Daarin kan ieder, die van het onder werp studie heeft gemaakt, zich mengen. Geene stijl vaardigheid is dan een vereischte en juist voor hen, die leeren willen, is de strijd der meeningen het dadelijk middel tot vergelijking en gevolgtrekking, of wel die strijd laat onvoldaan en geeft reden tot een nader en meer grondig onderzoek. Willen wij het doel bereiken, dat wij met onze vereeniging be oogen, dan zullen wij ook daarbuiten ons zooveel mogelijk moeten inspannen, want, zonder studiegeene houtsnijdende voordracht, geene afdoende discussie. Met studie, daarentegen ook geene vrees voor leege volzinnen, die op solied wetenschappelijk terrein geene plaats vinden. Wanneer men studeeren wil, dan vindt men spoedig de middelen. Wordt de studie algemeen, dan zal dit van zelf leiden tot beter voorziene algemeene bibliotheken en tot voortdurende zorg daarvoor. Ook door onderlinge samenwerking kunnen wij in dat opzicht veel doen. Een algemeene toetreding der officieren van dit garnizoen, zou onsniettegenstaande de geringe contributiereeds in staat stel len om eene voldoende boekerij aan te leggen en die naar de eischen der steeds vooruitgaande wetenschap aan te vullen. Oefening op het terrein is, na voorafgegane studie, uitmuntend. Zij moet dan echter goed geleid worden. Meestal zal daarvan in de bijzondere vereenigingendie tot vergadering in den regel de avond-uren zullen moeten kiezen, geen sprake kunnen zijn. Ieder kan echterhetzij alleen hetzij met anderen te zamenop het terrein in toepassing brengen wat hij uit de boeken geleerd heeft. De meer nuttige, gezamenlijke oefeningen zullen door de chefs moeten geleid worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 45