De maarschalk wist niet ongevoelig te blijven voor die kwellin
gen. //Hij zag in den dubbelzinnigen toestandwaarin men hem
hield, eene soort van minachting en eene onbetamelijkheid. Hij
zonderde zich meer en meer af in het uitsluitend bevel over zijn
legerkorps, onverschillig voor wat buiten hem omging, verlangende
aan eene verantwoordelijkheid te ontsnappen, die men weigerde hem
te gevenen besloteiiniets te doen dan wat men hem bevelen zou
Zoo laat zich eerst zijn gedrag gedurende het gevecht van Spicheren
(of Forbach) op den 6lie» Augustus 1870 verklaren.
Tot de bijzonderheden van dien ongelukkigen dag afdalende,
zoekt de schrijver het aandeel der verantwoordelijkheid te bepalen, dat
den maarschalk Bazaine toekomt, en dat, hetwelk op den generaal
Frossard drukt. Sedert dit oordeeldat streng luidt voor beide
chefsgeschreven is gewordenheeft de generaal Frossardin een
afzonderlijk uitgegeven geschrift, zijne zaak bepleit voor het publiek
en al de schuld geworpen op zijn' wapenbroeder. Zij die de twee
lezingen met elkander vergelijken, zullen zien, hoe moeielijk het is
de ware geschiedenis van eene nederlaag te kennen.
Eenige dagen later dwongen ongelukken, die reeds niet meer te
herstellen waren, den keizer het opperbevel, dat hij te lang behouden
had, neder te leggen in handen van den maarschalk Bazaine (13
Augustus). Op dat oogenblik was de groote vraag te weten, waar
heen ons Rijn-leger zich begeven zou om den vijandelijken inval
tegen te houden. Het gevoelen van de meest bevoegdenoverigens
ingegeven door de onvermijdelijke noodzakelijkheidwas dit leger
achter de Maas te brengen, Verdun ie bereiken en zich alzoo den
terugtocht tot onder de muren van Parijs te verzekeren. Dat was
het eenige middel om zich bij het andere leger te voegen, dat door
Mac-Mahon in gereedheid werd gebracht, en om den vijandelijken
invaller in het hart van het land te vernietigen. De maarschalk
Bazaine schijnt zonder bezwaar dit plan aan te nemen. Maar hij
doet het uitvoeren met eene slapheiddie men verre was van te ver
wachten van den oud-aanvoerder der expeditie naar Mexico. Deze
strategische beweging van het hoogste gewicht schijnt onder zijne
bevelen niet geregeld te worden met al de zorg, die zij eischt.
Zonder de minste aanneemlijke reden blijftbij voorbeeldde maar
schalk koppig willendat men geene partij trekke van een' der
drie wegen, die het leger volgen kan, dien naar Briey; hij ver
waarloost ook andere noodzaaklijke voorzorgen. Intusschen vertoont
zich de vijand; de maarschalk wordt weder geheel zich zelf om hem
460