gevaarzich heeft kunnen onthouden van zijne troepen en zijne stellingen te bezoeken, de eenvoudigste schikkingen voor het ge vecht te treffen en op zijn' post het onweder af te wachtendat los gaat barsten. Maar wat men nimmer zal willen geloovenis, dat hij bij het geraas van het vreeselijke kanonvuur, dat op onze geheele linie wordt geopend, bij de tijding van den aanval, die te gelijk op al onze troepen wordt gedaan, niet van zijne plaats gaat, geene bevelen afzendt en zich vergenoegt met te antwoorden aan de officierendie hem komen inlichten omtrent hetgeen er voorvalt op één of twee uren afstands van zijn hoofdkwartier: //liet is wel, uw generaal heeft sterke stellingenlaat hem ze verdedigen. Deze weinige woorden vatten al de instructies te zamen, gedurende den slag overgebracht aan de kommandanten van die troependie tot zeven uur des avonds heldhaftig moesten strijden tegen zulk eene overmacht. //De generale staf was in ongeduld en angst, in afwachting van den last tot oprukken, al de officieren waren gereed, niet twij felende, of zij moesten den eersten oogenblik den besten den maar- sclialk vergezellen of zijne bevelen overbrengen. Maar de minuten verloopendaarna de uren. Eindelijktegen twee uur in den namiddag waarschuwt men vijf officierendat zij te paard zullen moeten stijgen en zich in het fort Saint-Quentin bij den maarschalk voegen, die besloten heeft te vertrekken. Zij ijlen voort, vreezende den maarschalk niet meer aan te treffendie zich zeker naar liet tooueel van den strijd moet hebben begeven. Hoe groot was met hunne verbazing, toeu zij hem op het plateau zagenwaar hij van zijn paard gestegen was en zelf in eene tegenovergestelde richting twee of drie stukken van 12 pond deed pointeeren tegen eenige Pruisische bataljonsdie men gewaar werd op de hoogte van Vaux en J ussy //Het geraas der ontbrandingen, de richting van het vuur lieten toch geen twijfel over omtrent de puntenwaar het gevecht het ernstigst moest zijn. Ofschoon men op meer dan tien kilometers van den rechtervleugel onzer linie wasviel het gemakkelijk te begrijpen, dat al de inspanning van den vijand naar die zijde gewend weid om ons in- het dal terug te werpen en ons, met den weg naar Briey, het laatste débouclié te ontnemen, waar langs wij nog Ver dun en de Maas zouden hebben kunnen bereiken. "Maar het schijnt, dat de vrees, van Metz afgesneden te worden door eene omtrekkende bewegingbij den maarschalk een idee jixe 463

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 470