470 delijk is, Bazaine of Erossard, voor de vertraging in het oprukken van de versterkingen en voor de tegenspoedendie het bijeeutrekken van de Eransche troepen belet en de nederlaag van Eorbach ten gevolge gehad hebben. Dit teedere puut kan niet worden bestu deerd dan met de kaart in de hand en met vergelijking van de getuigenissen, door generaal Erossard afgelegd in zijn werk. Na de dépêches te hebben aangehaald, in den morgen en in den namiddag gewisseld, besluit de maarschalk aldus: //Dat zijn de verschillende phases van dien dag van (5 Augustus, voor zoo verre hij mij betreft. Wat het beweren aanbelangt, dat ik, in persoon, Saint-Avoid had moeten verlaten, hetwelk slechts op vijf uren van Saarlouis en op drie kilometers van de grens ligteii dat ik niet verdedigen kon, ik herhaal het, dat mij dit met eene enkele divisie, die van Decaen (de vierde van het oe korps) onmooglijk was. De naderingen tot deze stelling aan den kant der landsgrenzen zijn gedekt door een dik boschzeer geschikt om de bewegingen van den vijand te verbergen; en zoo Saint-Avold genomen was geworden, ware het gedaan geweest met den linkervleugel van het Rijn-leger, welks centrum doorbroken zou zijn geweest. vOm zes uur des avonds zond ik, op dringend verzoek om hulp dat de generaal Erossard tot mij richtte, uit Saint-Avold een regi ment af. Dit vertrok in twee spoortreinen, waarvan de eerste Eorbach tegen acht ure bereikte, terwijl de tweede te Bening werd aangehouden door de spoorwegbeambtendie de troepen deden uitstijgen. Dat was al, wat ik doen kou. //Mijn wil om eigenmachtig te handelen werd bovendien verlamd. Zoo ontving ik, na den generaal Ladmirault bevel te hebben gegeven, met geheel zijn legerkorps (het 4e) terug te trekken op Saint-Avold, van hem het bericht, dat een bevel van den keizer hem terug riep naar Metz. Ik was niet, gelijk het behoorde, door het hoofdkwar tier van deze nieuwe schikking verwittigd geworden.11 Benige dagen later trok het Erausche leger terug en de maar schalk Bazaine kreeg het opperbevel. //Plichtbesef", zegt hij//deed mij met dit opperbevel een1 toestand aannemen, die reeds zeer gevaarlijk was." De keizer had, gelijk men lezen kan in verschei dene aangehaalde lastgevingen, er niet van afgezien zijn gezag uit te oefenen over de besluiten van den maarschalk, en zond hem nog Kaadpleeg de uitvoerige topografische kaarten van Iteymann. Elke is afzon derlijk verkrijgbaar (zoo als SaarbrücJcev Metz en anderen) en kost, zoo mijn ge heugen mij niet bedriegt, f 0,90. Eb.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 477