476 instructies te gevennoch de zoo dringend gevraagde artillerie ti zendennoch het gevecht te leidenwaarvan hij het gewicht niel miskennen kon. Wij konden ons niet weerhouden eenige overdrij ving te onderstellen in zulk een verhaal. Thans laat het boek vai den heer Bazaine geen twijfel over omtrent de juistheid van dii beweringen. Hij stemt alles toe met eene gemakkelijkheidalso het de vermelding van eene behaalde zege gold: //Eerst in dei namiddag vernam ik, dat wij langs de geheele linie werden aange vallen. De vijand een legerkorps op den rechteroever gelaten het bendevreesde ik eene omtrekkende beweging langs de Moezel op onzen linkervleugel. Men werd inderdaad sterke vijandelijke massa'! gewaar, die de brug van Ars-sur-Moselle overtrokken en den weg op den linkeroever insloegenzich naar Metz schijnende te wenden'. Daarna volgden de bijzonderheden van de maatregelengetroffen om dit denkbeeldig gevaar af te werenterwijl men onze troepen laat verpletteren op het punt, waar het hart van den slag is. Wederom twaalfduizend man opgeofferd zonder eenig nut Den volgenden morgen telegrafeerde de maarschalk doodeenvoudig aan den keizer: //De troepen zijn vermoeid van die onophoudelijke gevechten, die hun geene zorg voor den stoffelijken mensch gunnen, en het is onvermijdelijk hen twee of drie dagen te laten rusten. De koning van Pruisen was dezen morgen te Bezonville met den heer von Moltke, en alles duidt aandat het Pruisische leger de vestig Metz den pols gaat voelen. Ik denk nog altijd de noordelijke richting te volgen en door Montmédy op den weg van Saite-Meue- hould naar Chalons te komen, zoo hij niet sterk bezet is. In liet tegenovergestelde geval zal ik doorgaan naar Sedan en //zelfs naar Mezièresten einde Chalons te bereiken." Geloofde de maarschalk op het oogenblik, waarin hij deze ver bintenis op zich nam, in vollen ernst ze te kuunen naleven?// Wij waren ingesloten", zegt hij zelf, onmiddellijk na deze dépêche over geschreven te hebben, /«gesloten! de term is categorisch. Hoe kondigde hij dan tevens aan den keizer en aan den maarschalk Mac-Mahon een' ophanden marsch aan om het leger van Chalouste ontmoeten? Men weet, dat de maarschalk Mac-Mahon, altijd, helaas vergezeld van den keizeromdat hij op die beweging tot vereenigin? van de twee legers gerekend hadnaar Montmédy was opgerukt. De heer Bazaine stemt toedat hij eene dépêche van den maarschalk Mac-Mahon heeft ontvangen, waarin deze hem den 18del1 Augustus uit Chalons schreef, dat hij stelling zou nemen tusschen Epernaf

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 483