479
Ie voorgenomene handeling af te houden, en dat zij hem zelfs des
ichtends eene nota in dien zin hadden ter hand gesteld. Het schijnt,
lat de maarschalk, toegevende aan hun dringend verzoek en afziende,
fan zijn plan, er zich toe bepaalde, de chefs bijeen te doen komen
Het proces-verbaal geeft ons breedvoerig het gevoelen van de
reneraals. Ziehier een uittreksel er van
Gevoelen van den generaal Soleillekommandant der artillerie.
diet eerste, dat de verbeelding treft in den tegenwoordigen toestand,
s de overeenkomst tusschen dezen toestand en dien van het leger
n 1814. Immers op dat tijdstip was het leger der bondgenooten
foorbij Verdun getrokken en rukte op Parijs aan, gelijk nu het
Dnitsche leger doet.
//De keizer Napoleon I kwam op de gedachte de bezettingen der
noordervestingen te vereenigen en zich op de grens te werpen en op
de tjemeenschapslijnen van den vijand, terwijl het invallende leger
zou stuiten op de verdedigingswerkenwaarvan hij den aanleg om
Parijs had gelast, maar Parijs was niet versterkt; het plan van den
keizer kon niet worden verwezenlijkt. "//Thans is dit operatie-plan
in zijn geheel zeer uitvoerbaar. Parijs is voorzien van eene dubbele
rondgaande versterking, bestaande in forten en gebastioneerde fronten,
en de aanwezigheid van het Pijnleger bij de grens, juist, kan men
zeggen, nabij de gemeenschapslijnen van het Pruisische leger, moet
den vijand al zeer verontrusten.
«"Het Pijnleger' heeft dus eene buitengewone rol te vervullen,
en deze rolnu eene militairekan en zal zeker eene politieke
worden. Metzimmers, is niet alleen eene groote vesting, maar
ook en bovenal de hoofdplaats van Lotharingen. Eene reeks van
onspoeden voor onze wapenen aannemende en de noodzakelijkheid
voor het gouvernement tot onderhandeling met Pruisen, zouden het
bezit van Metz en de aanwezigheid van het leger in de versterkte
legerplaats, die wij bezetten, een zeer groot gewicht leggen in de
schaal der te nemen beslissingen en waarschijnlijk aan Frankrijk
bet bezit van Lotharingen verzekeren."
Gevoelen van den generaal Frossard (2e korps). Er heerscht
in het leger een gevoel van afgematheidom niet te zeggen moe
deloosheid, dat men gemakkelijk kan waarnemen. Zoo men oprukt,
zal men niet meer op het leger kunnen rekenen na een eerste
gevecht, al was dit ook gelukkig. Zoo de kans der wapenen
Vergelijk beneden Littré's tegenovergestelde bewering. ÏK.