481 ;e geven, maar als wij geen munitie hebbenis het klaardat wij niets kunnen doen. //Het leger moest dus onder Metz blijven", besluit de maarschalk- schrijver, als verlicht door de beslissing, die men in zijne plaats genomen heeft. Twee dépêches echter, die hij den 29*ten en 30stea ontvangt, en die hem de nadering van Mac-Mahon bevestigendwingen hem om weder tot handelen over te gaan. Van daar de ontmoeting bij Sainte- Barbe op den 31stel1 Augustus, die den Rranschen meer dan drie duizend man kostte, en afliep gelijk de vorige. Hier, gelijk boven, antwoordt de maarschalk slechts met stilzwijgen op de tallooze aan merkingen, die zijn gedrag gedurende het gevecht heeft uitgelokt. Over de zending van Regnier en Boyer en de onderhandelingen zullen wij niets zegden, als minder te huis behoorende in een uit sluitend krijgskundig tijdschrift. Misschien komen wij na het vounis op den maarschalk terug. Hij is nu een beschuldigde, die voor een krijgsraad terecht staat. Hooren wij ten slotte Littré (November 1871): «Welke is uwe bevoegdheid?" zal men dadelijk zeggen//en welk recht hebt gij om een oordeel te vellen Mijne bevoegdheid is nuldit stem ik toe, en ik zou niet in staat zijn eene escouade te kommandeeren en ze te doen exerceeren. Toch houd ik vol, dat een man met gezond verstand, gewoon aan geschiedkundige studiën, met de verhalen der twee partijen en de uitkomst voor zich, in staat is, uit zijn studeervertrek, krijgsverrichtingen te beoordeelenin zoo verre zij eene goed of slecht gespeelde schaakpartij zijn. Uit dit gezichtspunt heb ik, met het boek van den heer E. J. iu de handhet gedrag van den maarschalk Bazaine te onderzoeken ia drie hoogst gewichtige omstandigheden: vooreerst, toen hij voor Verdun werd afgesneden en zijne gemeenschap met het overige Frankrijk verloor; vervolgens, terwijl de maarschalk Mac-Mahon den gevaarlijken marsch naar Sedan ondernam; eindelijk, gedurende de insluiting van Metz en naar mate de hongersnood toeneemt. Dat zijn de drie tijdperken van het groote drama, waarin de maarschalk Bazaine heeft voorgezeten. Bij elke dezer drie veran deringen van den toestand kon de toekomst gewijzigd worden uiet afgesneden, behield de heer maarschalk voor Erankrijk een sterk leger; handelende om met Mac-Mahon samen te werken, ver minderde hij de gevaren van zijn' wapenbroeder; de insluiting ver storende, verminderde hij de gevaren voor zijn land. 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 488