494 dan die van Langreswelke slechts een' bijna nutteloozen spioorweg en gemakkelijk om te trekken gewone wegen beheerscht. Daarom stellen wij voor, eene versterkte legerplaats aan te leggen om Chaumont, overigens de werken van Langres behoudende, waar mede zij verbonden zou worden met een of twee werkenopgeworpen langs de Marne. Wij zullen alzoo eene flinke basis (Chaumont- Langres) scheppendie het moeielijk zal vallen om te trekken en bijna onmoogiijk in te sluiten. De versterkte legerplaatsen van Chalons-sur-Marne en Chaumont zullen zeer ruim moeten zijn, in staat 150,000 tot 200,000 man te bevatten. Chalons-Reims en Chaumont-Langres zullen de twee groote operatie-bases zijn van de legersbelast met de verdediging van Lotharingenen het zullen hunne steunpunten zijnzoo aan vankelijke tegenspoeden en grootere getalsterkte deze legers dwingei terug te trekken achter de vestingen van de Marne-linie. Wat de versterkte legerplaats om Belfort betreft, zij zal ongeveer S0,000 man moeten kunnen opnemen. Aan den eenen kant een krachtigen steun vindende in het Jura-gebergte en aan den anderen kant in de Vogezen, zal zij geheel de aldaar bestaande opneming afsluitende verdediging van de westelijke helling der Vogezen schragen en den vijand beletten Dijon en Besancou te bedreigen langs Mühlhausen en Altkirch. Teekenen wij aan dat de ligging dezer drie versterkte legerplaatsen eene verdedigende armee in de gelegenheid zal stellenspoedig eene operatiebasis aan te nemeningeval zij door de aanvallende bene gingen van den vijand van hare eerste basis zal zijn afgesneden. Overzien wij het geheeldan zou Frankrijk tegen een' inval van de Duitschers beschermd kunnen worden door zeven nieuwe sterktenver deeld langs de Boven-Moezel en de Maas, die de westelijke helling der Vogezen zouden verdedigen en al de op de gevaarlijke grens uit- loopeude spoorlijnen afsluiten, en door vier geretrancheerde leampa waarvan er reeds twee bestaan. De ligging voor de zeven eerstbedoelde sterkten is ten naastebij le tusschen Moutmedy en Longuyon; 2e tusschen Verdun en Cler mont in Argonne; nabij Pagny-sur-Meuse; 4e nabij Blainville-sur- Meurthe; 5e boven Saint-Dié; 6e bij Saint-Maurice, in de Vogezen; 7e bij Epinal. Volgens de Duitsche dagbladen heeft de Pruisische minister van oorlog onlang' tot den bouw van belangrijke werken te Altkircli, tegenover Belfort, besloten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 501