499 en 25,:ftn Mei door haar aan de onderofficieren van liet Indische •ger gericht. Daarin worden dezen aangespoord en uitgenoodigd ok elders zoodanige vereenigingen in het leven te roependaarin ordt gezegddat door zulke vereenigingen een dubbel doel zal orden bereikt: verheffing van den onderofficiersstaud, en medewerking m den soldaat tot besef van eigenwaarde en tot plichtsbetrachting e brengenen dat niemand onvoldaan uit de vergaderingen naar ijn kwartier terugkeerde. Dit laatste blijkt trouwens uit het aantal :dendat niet minder dan 65 bedroeg. Een der officieren van het garnizoen te Padang kan van de oprichting ezer vereenigiug zeggenquorum pars magna fut'' Hij moge eene clioone belooning voor zijne bemoeiingen vinden in de resultaten van ijuen arbeid. De onderofficiersstaud in Indië toch heeft verheffing noodig; liet alleen moet hij in materiëelen zin gereleveerd wordeu, wat slechts loor de regeeriug geschieden' kanmaar ook intellectueel. Geen vonder voorzeker, wanneer men bedenkt, dat uit het Buropeescli gedeelte des legers onderofficierenniet alleen voor de Europeesche, naar ook voor de inlandsche kompagniëu en voor tal van admini strative betrekkingen getrokken worden; dat jaarlijks een 40-tal der meest ontwikkelden tot officier wordt bevorderd. En wanneer dan vereenigingen verrijzen, die de kameraadschap, dien steun voor de krijgstucht, bevorderen; die kennis en ontwikkeling onder hare leden en de mindere militairen verspreidendie medewerken tot het besef van juiste militaire begrippen en plichten; die het zelfvertrouwen van den een, het eergevoel van den ander, het plichtbesef van een derde weten op te wekken of levendig te houden, dan kunnen en zullen die vereenigingen voorzeker zijn in het belang van 's Konings leger in Indië. Augustus 1872. De menage-rekening. Nu de kompaguies-admiuistratie zulk eene aanmerkelijke vereenvoudiging te gemoet gaat, waag ik het, ook de aandacht te vragen voor de menage-rekening, want deze is even eens voor groote vereenvoudiging vatbaar. Hoewel er eene maximum- en minimum-deeling is vastgesteld, vordt toch bij verreweg de meeste korpsen eene vaste som gedeeld; zoodat er feitelijke eer sprake is van vaste inleg dan van vaste deeling. Het is deze omstandigheiddie den weg wijst tot eene meer eenvoudige rekening.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 506