502 zijn van meening, dat zijn denkbeeld valsch is, hoe goed zijne bedoelingen overigens zijn. Neen, men hardt den soldaat niet, evenmin, als men hem sterker maakt, door hem systematisch de gemakken des levens te onthouden, Gelooft iemand wellicht, dat men hem b. v. in den omtrek van Batavia, op Pisang Batoe, zoude kannen acclimatiseerendoorhem de moerasdampen, die zoo verderfelijke lucht, te doen inademen? Denkt iemand, dat de soldaat ten laatste matigheid zal leeren, door hem steeds op streng dieet te houden, of dat deze, na verloop van tijd, waakzaam zal worden, door hem eiken nacht, b. v. in vol uniformop den harden grond te laten slapen Zoude rnen aan de geschiedenis van den Pontischen koning Mithridates moeten gelooven, die zich uit principe vergiftigde, om beter bestand te kunnen zijn tegen het vergif?... Overwerken, opvoeren, is verzwakken, maar geene oefening. Zoude het werkelijk de gezondheid van den troep verhoogen, door dezen negen maandenin Indiëte laten kampeeren Is dit ernstig gemeend Laat men de kwade invloeden der kenteringen buiten rekening? Denkt men dat de genie, zonder enorme on kosten te doen voor den bouw van eenigzins comfortable barakken, in staat zal zijn, den soldaat voldoende tegen de tropische regens en de hitte te beschutten? Denk eens aan het omgewaaide kam- pement te Tji-ku.ra.ng En hebt gij wel over de voeding van den soldaat in het kamp of bivak nagedacht? Iioe zoude b. v. de kwaliteit van het te verstrekken vleesch gemiddeld zijn Zeker niet beter dan iri de garnizoenen waar de soldaat volgens de opinie des schrijvers niets uitvoert, zoodat men redelijkshalve mag vorderen dat, wanneer hij wél iets uitvoertdie kwaliteit beter en de kwan titeit ook grooter mag zijn. Niemand zal toch den soldaat door ontbering willlen oefenen. En hoe moeten wij nu, in het kamp of op bivak, voor onze zieken zorgen, vooral wanneer de kampen ver verwijderd moeten zijn van de groote troepencentrums, als Weltevreden, Samarang, Willem I en Soerabaja? Hoe zoude het gaan met het theoretisch onderricht der soldaten, vooral van de eerstbeginnenden Yeel lust en ijver, om, na ver moeiende marschen en pionnier-werkzaamheden, in tenten of barakken, het schoolonderwijs te geven en bij te wonen, zal er wel niet bestaan. En met de officieren zal dit eveneens het geval zijn. Noch een barak, noch een tent, zijn geschikte plaatsen om te overdenken en te studeeren. Men kan er veel zienhooren en opmerkende bouw-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 509