510 ding moet door eiken bevelhebber, zelfs van minderen ran" ernsti» O7 beoefend worden. Zij is zóó moeielijk, dat men zich niet te zeer kan inspannen, haar te leereti en te onderhouden. Daarom neme die oefening reeds een aanvang van het oogenblik, dat men aspirant officieren in de leiding van troepen onderwijs geeft. Daarom gelooven wij, dat het goed is, een en ander over troe penleiding te hebben gezegd en nog te zullen zeggen. De heer de Petit b. v. zal, hopen wij, dit onderwerp niet onder de vraagpunten rekenen, die door generaals, maar niet door luitenants moeten be handeld worden? Immers een luitenant, ja zeer dikwijls een jong luitenant, zal het worden opgedragen eene tirailleur-linie te kom mandeeren, d. i. haar tevens te leiden, of op patrouille te gaan en den verkenningsdienst op grooten schaal te doen In die gevallen, en nog zoo vele andere, moet hij zijne troepen weten te leiden. Hij heeft dan betrekkelijk eene even groote ver antwoordelijkheid als de kommandant van het soutien, het voorposten detachement, ja zelfs als de kolonne-kommandantwant van de handelingen van dien jongen luitenant hangen de te nemen maatre gelen van de kolonne-kommandant in de meeste gevallen af. En hoe zal dat alles aan onze luitenants worden geleerd? Door de praktijk, zult ge zeggen. Maar de praktijk kost zooveel geld, zooveel bloed, zooveel levens aan den militair; alleen in de hoogste noodzakelijkheid gaat men, en Goddank ook, daartoe over. En al zegt gij honderdmaal: in de praktijk gebeurt het toch an ders, dan het in de boeken staat, dan zeggen wij u, met de Petit, Juist het omgekeerde is waar. Kon men alles in vredestijd prak tisch leerendan konden we de boeken wel missen. Irek dus uw neus niet op voor handboeken of vademecunis, waarin, tot in details, aan den subalternen officier van de nveldtruepen wordt geleerd, wat hem te doen staat, als hij in de gelegenheid wordt gesteld om zijne praktische ondervinding op te doen. Werd het ons, vroeg of laat, gevraagd, hoe zulk een vademecum moet worden samengesteldwij zouden zeggenbehandel daarin geene kwestiën die door generaals en vestingbouwkundigen moeten worden beslist; maak een boek dat geen dor compendium, sjeen mixtum compositum, geen lappendeken is. JFij wenschen zulk een werk te zien opdragen aan mannen, die boven onzen lof verheven zijn. Komen we thans op de indeeling der troepen terug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 517