EEN GEÏMPROVISEERD LEGER. Bien poser une questionc est la resouclre. Deze stelling is ooi; toepasselijk op het pleit tusschen staande legers en volkswapening. Wat woorden zijn reeds daaraan verspild geworden door de termen van het vraagstuk niet behoorlijk te stellen De voorstanders van staande legers hebben zich beroepen op het ongunstig oordeel, over den revolutionairen soldaat van 1793 geveld door Gouvion Saint-Cjr, Dumouriez, Bugeaud, TrochuOamille Rousset en anderen. De tegenpartij wees op Napoleon's afkeuring van de latere instelling der armees meaaniques en op de warme bewondering van de legers der Dransche republiek door Eervel, Michelet, Ruinet, Cuvillier- Ileury, Radetzkyenz. Zouden de beide partijen het niet spoedig eens zijn geworden, als zij meer aandacht hadden gewijd aan den eisch, dat de strijdmacht niet alleen een volksleger, maar tevens een geoefend volksleger zij De herhaalde nederlagen van Gainbettas scharen in den jongsten oorlog geven, dunkt mij, een voldoend antwoord op die vraag. In een vorig opstel heb ik, naar aanleiding van Rousset's Volontaires" aangetoond, wat de vrijwil ligers van 1793 te beduiden hadden. Ik zal nu wederom aan de hand van dien schrijver, die onlangs de geschiedenis van het groote leger van 1813 uit de archieven heeft opgedolven en daardoor eenigs- zins aangevuld wat de dood van Charras onvoltooid liet, een nieuw bewijs leveren, dat alleen een geoefend leger van mannenniet van kinderen, waarborgen voor de overwinning aanbiedt. Napoleon I Oamille Rousset, La grande armee de 1813.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 527