521
ïeeft schipbreuk geleden gelijk de revolutionairen. Men improvi
seert geen leger, men improviseert geen soldaten. Geen veldheers-
genie is voldoende om de gebreken van den organisateur te vergoeden.
Zeer zeker zijn er punten van verschil tusschen de revolutionairen en
den keizer. Zij hadden niet hetzelfde uitgangspunt. Aan den eenen
kant zijn het omwentelingsgezinden die, zoowel in de militaire instel
lingen als in alle andere, alles afschaften: wetten, reglementen,
gebruiken, overleveringen, voorbeelden; die, in één woord, het
verleden uitwisschen en van het tegenwoordige een vel wit papier
maken, dat zij willekeurig beschrijven. Voor hen vervangt de élan,
de democratische élan, alles, hij voorziet in alles, zegeviert over alles; -
liet verhevene van den oorlog is de levée en masseen ofschoon hun
ideaal niet slaagt, ofschoon de feiten telkens hunne visioenen logen
straften, blijven zij op hun stuk staan, zij brengen de openbare
meening op een dwaalspoor, zij vervalschen de waarheidzijscheppen
de legende.
Aan den anderen kant is het de keizer, die een eind gemaakt
heeft aan de regeeringloosheidde mandie uit de verzamelde wrakken
van de oude maatschappij grootendeels de nieuwe heeft opgebouwd
liet is de man, die, vooral in militaire zaken, de orde, het gezag,
de ondergeschiktheid, de tucht, de groote overleveringen van de
krijgskunst en van het krijgsvak heeft hersteld.
De toestanden kunnen dus niet meer van elkander verschillen
en toch zijn er omstandigheden en gebeurtenissen, die den bestrijder
van de omwenteling nader brengen tot de handelingen van de om
wentelingsgezinden.
Het leger, dat iii 1812 naar Moskou vertrokken was, bestond
niet meer; de weinigen, die de vreeselijke ramp overleefd hadden,
konden niet in aanmerking komen. Frankrijk heeft geene oude
soldaten meer; zijne jeugd is reeds gedund; het bezit nog slechts
aankomende jongelingen//kinderenHet woord is van den keizer
zeiven. Men schrijft ontzettende lichtingen uit. De ongehoorde
cijfers verraden Frankrijk's uitputting. Men weet wel, dat men aan
het land meer vraagt dan het geven kan. Op de oproepingen komt
een derde, ja de helft, te kort. De noodzakelijkheid dwingt den
Verre van mij den gedachten meineed goed te keuren de 18e Brumaire bevatte
in zich de kiem van het keizerlijk despotisme, van de onzinnige oorlogen en van
Frankrijk's ondergang, maar om te waardeeren, wat Napoleon in de eerste maanden
van het consulaat was, leze men b, v. zijne tegenstanders, zooals den hertog de Broglie.
Fr.