523 C'est grace aux écoles privilégiées qui en ont fait une corporation, ue l'armée franQaise n'a trouvé contre l'invasion (en 1870) aucun sprit de ressource, qu'elle n'a témoigné nulle envie sérieuse de se le'fendre et n'a su que capituler. Et il a été bien remarquable dans cette guerre désastreuse, que es services les plus insuffisants et les plus abandonees ont été ceux jui étaient aux mains des élèves de l'école polytechniquel'inten- lance militaire, l'artillerie, le génie, sans parler de l'état-rnajor ou se trouvaient aussi moins élèves de cette école. Jamais l'esprit de routine et d'abatidon qui caractérise le mandarinat n'a brille d'un éclat plus sinistre et plus apparent. Keeren wij terug tot het leger van 1813.Het Fransche leger, dat tot Moskou was doorgedrongen, bestond niet meer. Negen dagen vóór den overgang van de Niemen, den 15en Juni 1S12, telde o. a. het korps van den maarschalk Davoust 66345 man; den 8eu Januari 1813 was het weggeslonken tot 2281, dus een dertigste van zijne sterkte. Van de 125,962 man van Prins Eugène waren slechts 6400 overgebleven. De behoefte aan oude soldaten was groot. De vier korpsen van Eugenius zouden zelfs ontoereikend zijn geweest tot bezetting van de Oder-vestingen, zoo men zicli niet gehaast had hun e garnizoenen der scheper,s" tot versterking te zenden, namelijk zeker getal kompagnieën, getrokken uit de depót-bataljons, en die de andmacht vroeger aan de zeemacht geleend had om de groote sche pen te bewaken, die in de oorlogshavens van het keizerrijk werden opgehouden. Reorgauiseeren, gelijk de keizer zich aanvankelijk voorstelde, was met voldoende; de bouwstof zelve der oude organisatie was vernie tigd men moest een nieuw n Groot legerscheppen. Welke waren de hulpmiddelen, waarover hij terstond kan beschikken? Fan de 120,000 lotelingen van 1812 bleef bijna niets ineer over in de depóts, waaruit sinds acht maanden geput werd voor eene kolonne, steeds op marsch van den Rijn naar den Weichsel. Daaruit waren bet negende en het tiende korps gevormd, die, bij Kalisch, in een edelmoedige poging tot afleiding om hunne uit Rusland terugkee- Moge hier het voorstel eeue plaats vinden aan onze instellingen tot opleiding van officieren en ingenieurs hare voorrechtenhare subsidies uit de beurs van alle belastingschuldigen, ook hunne latere vrijstelling van examens, te ontnemen. Ieder ls gelijk voor de wet. De staat geeft immers geen geld tot opleiding van bakkers, kleermakers, leerlooiers, enz. Eb.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 530