530 Van de drie poorten, waardoor Frankrijk Duitschland binnendrong: Straatsburg, Mainz en Wesel, was Mainz de gewichtigste. De maar schalk Kellermann voerde er het bevel. Ondanks zijn ouderdom voorzag hij in alles. Niets ontsnapte aan zijne waakzaamheid. Hij wees vooral den minister op het gevaarlijke van het algemeen depot aldaar, dat de uit Duitschland terugkeerende gekwetsten en inva- lieden opnam. //Al de bataljons en detachementen", schreef hij,//die uit Frankrijk hier aankomen, hebben het schouwspel van die verminkte militairen voor oogen, wier geest over het algemeen zeer slecht is, en die, door huune gesprekken en verslagen, hen kunnen ontmoedigen. Als die oude soldaten rekruten van hunne korpsen of hunne depar tementen ontmoeten, vormen zij daarvan een' kring en vertellen hun al wat hun voor den mond komt. De geest van deze jonge lote- lingen is zoo goed, dat zij, om hen niet te laten bederven, zoo min mooglijk gemeenschap moeten hebben met die invaliede militairen, waarvan de meesten geene tucht meer kennen en waarvan een ge deelte aan de anderen leert van het eene hospitaal in het andere te komen en zich te onttrekken aan den dienstwaartoe deze rekruten zijn geroepen. Ik beschouw de handhaving van het algemeen depot te Mainz als onstaatkundig en gevaarlijk." Eveneens verlangde Lauriston, dat het evacueeren niet meer zou plaats hebben langs Maagdenburg, maar langs Leipzig, opdat dejnieuwe solda ten zoo min mooglijk de zieke manschappen met bevroren voeten zien." Kellermann deed voor het onderricht wat gedaan kon worden. Van Mainz gingen de soldaten naar Erfurt, onder Doucet. Gelijk luidend zijn beider verslagen: //De soort manschappen is goed, zachtaardig en met een goeden geest bezieldhet onderricht is niet zeer ver gevorderd." Daar voerde generaal Arrighi bevel. Ook hij klaagde over den graad van geoefendheid, en wat nog erger is, over de onvoltalligheid der kaders. Op vier bataljons ontbraken (25 Febr.) 20 officieren, 257 onderofficieren en korporaals. Bij het 85c regiment linie-troepen waren geene andere onderofficieren dan twee onder-adjudanten en vier sergeanten De laatst aangekomene detachementen hadden de best onderwezene moeten zijn; juist het tegendeel was het geval. Zelfs had één ba taljon zijne wapens eerst ontvangen den dag vóór het vertrek uit het depót. Ook elders was het niet beter. Met uitzondering van acht of tien bataljons, was het reeds eene groote onderscheiding, het gebracht te hebben tot de pelotonsschool.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 537