542 weken geweldige aandoeningen, binnen weinige dagen vele ziekten, tiet derde koips, dat in den aanvang van Juni met veel meer dan 24000 man onder de wapenen telde, had er daarentegen zes en twintig duizend in de hospitalen. Bij de andere korpsen stonden de zieken in verhouding tot de strijdenden in reden van 1:2. Er waren vele voorgewende kwalen, verdachte wonden, moedwillige ver minkingen, maar uitsluitend bij de jonge soldaten. Alleen in het hospitaal te Dresden vond men er 2128, die zich zeiven aan de hand hadden gekwetst. Onder Marmont was de verhouding gunstiger. Op 404 wonden aan de hand waren 295 toegebracht door den vijand. De stemming der bewoners van Silezië was zeer vijandig; daarbij was de soldij maanden ten achter; er begon gebrek en honger te heerschende anders zoo vroolijke Eranschman werd zelfs droefgees- stig. De keizer werd er bezorgd over; hij beval oefeningen naar de schijf met prijzen. Zijn naamfeest (15 Aug.) moest ook eenige dagen vroeger gevierd worden; de toebereidselen zouden den sol daat opwekken. Met de hem eigene rondborstigheid antwoordde Nej//Wat de spelen in de legerplaats betreft om den soldaat vroolijkheid en naijver te hergevengeloof ikdat deze uitwerking het best bereikt zou worden door hem zijne achterstallige soldij uit te betalen en hem overvloediger te voeden. De mannen in mijn korps zijn van dien leeftijd, waarin men het meest eet," (Brief uit Liegnitz, 25 Juli). Het rantsoen brood was in 1810 van 28 oneen gebracht op 24. Marmont schreef: //Het voedsel van 24 oneen brood is niet toerei kende voor de jonge soldatendie nog niet volgroeid zijn en daag- lijks zes of zeven uren exerceeren, vooral doordien zij gewoonlijk geen wijn noch bier krijgen, en zelfs geen brandewijn. De droef geestigheid der troepen zal eerst verdwijnen, wanneer de soldaten meer krachten zullen hebben, en zij zullen meer krachten hebben, wanneer zij meer zullen eten." Ik gelijken geest liet zich Victor uit. IJdele wenschenEr ontbrak geld. Met uitzondering van het tweede korps, waren de andere tegen het eind der wapenschorsing (17 Aug.) vrij wel geoefend. Het 6f en de jonge garde hadden het gebracht tot de linie-evolutiën. Van alle punten van het keizerrijk stroomden omstreeks dit tijd stip onophoudelijk rekruten naar het leger in Duitschland. Zij waren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 549