558 Toen de resident hiervan kennis bekwamwerden verdere maat regelen tegen mogelijke eventualiteiten genomen. Eene landings divisie van Z. M. stoomschip Admiraal van Kinsbergen, ongeveer 25 man sterk, werd met geladen geweer op het plein voor's residents woning opgesteld, schijnbaar om te exerceerende wacht aan het residentiehuis werd op 10 Enropeesche militairen gebracht, en de prauw, waarin zich Wangkang met gevolg bevond, werd vastgelegd achter evengeuoemd stoomschiponder het bereik van het geschut. 's Middags bij den resident ontboden, verscheen hij ongewapend en alleenin eene demoedige en knielende houding. Toen hem echter als reden zijner oproeping naar de hoofdplaats werd medege deeld, dat men hem wegens zijne weerspannige houding te Marabahan voorloopig binnen het fort Tatas wilde aanwijzen, verklaarde hij positief, zich zulks niet te willen laten welgevallen. Op bevel van den resident werd hij nu door den pangeran Sjerif Hassim, met een zestal politie-dienaren en eenige gewapende personen uit de be volking der hoofdplaats getrokken, weggeleid en naar het fort ge bracht. Een gewapend militair escorte was aan dit geleide niet toegevoegd. Ter hoogte van de brugnaast het plein der residentswoning gelegen, aangekomen, op welke plaats ook zijne prauw met ge wapende volgelingen aan den wal vastgemeerd lag, ontsnapte Wang kang aan zijne geleiders, sprong tusscheu de zijnen, waarvan eeu hunner hem een mandouw (klewang) toereikte, en gordde dieii aau. Met de hand aan de greep van dit wapeu stelde hij zich te weer, en nam hij eene zeer dreigende houding aan tegenover den resident, die hem op eenigen afstand gevolgd was. De volgelingen sprongen intusschen uit de prauw om hem te verdedigen. Een en ander ge schiedde in het gezicht en in de onmiddellijke nabijheid der straks genoemde landings-divisieen van eene vrij talrijke gewapende bur gerwacht. De resident keerde naar zijne woning terug. Wel rukte nu eenigen tijd later eene patrouille van 50 Europee- sche militairen onder bevel van den kapitein der infanterie A. J. H. Lubeck op en vatte zij post voor het residentiehuis; doch de Resi dent, die de patrouille ontboden had, achtte het niet raadzaam, geweld te doen gebruiken, omdat zijns inziens, daargelaten, dat daarbij ook van onze zijde vele offers zouden zijn gevallen, daardoor ter hoofdplaats Bandjennasin en omstreken waarschijnlijk onlusten zouden zijn uitgebroken, waarvan de gevolgen, met het oog op Wangkang's invloed en uitgebreiden aanhang, zeer omvangrijk zouden kunnen worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 565