561 verraders Goestie Moelik eu Goestie Mohamat, door wie, zooals hier onder zal volgen, later getracht werd, op sluwe en verraderlijke wijze den Gouvernements stoomer Tjinrana af te loopen. Eene iulandsche militaire vrouw, te Marabahan te huis behoorende, die ter hoofdplaats iukoopen gedaan had, werd, bij haren terugkeer te Bedandan, door een twintigtal kwaadwilligen overvallen en van alles beroofd. Zelfs werden militaire transporten aangerand. Op den 24<teu October 1870 keerden de inlandsche korporaal Setrowidjojo ISTo. 73242 en de beide inlandsche fuseliers Setrodjojo No. 69927 en Noijodiwongso No. 78757 van Bandjermasinwaar zij op transport waren, naar hun garnizoen te Rantau terug; den volgenden dag om ongeveer elf uren werden zij te Soengeij Brambei, zoo wat halfweg Marabahan gelegen, door eene fiotille, uit zeven groote djoekongs bestaande, en ongeveer een 40-tal rivierroovers bevattende, achtervolgd en aangevallen; de korporaal Setrowidjojo gelastte aan de koelies, niet op te houden maar door te roeien, en spoorde zijne beide manschappen tot bedaardheid aan door de roovers- prauwen van alle zijden ingeslotenwachtte hij den aanval af; toen uit een der prauwen een schot op hen gelost en zij tot op een 15-tal passen genaderd was, richtte hij een wel onderhouden geweervuur op de roovers, met het gevolg, dat drie hunner sneu velden en twee gekwetst werden. De korporaal Setrowidjojo had de prauwen zoo dicht mogelijk laten naderen, om zeker van zijn schot te zijn, en geene munitie te verspillen, want ieder man was slechts van 15 scherpe patronen met slaghoedjes voorzien. Het hoofd dezer vijandelijke bende was Goesti Mohamat Noch, uit den Boven-Doesson afkomstig zoodra hij den tegenweer ontmoette, waarop door hem zeker niet was gerekend, deinsde hij met de zijnen af, en vervolgde de militaire prauw nog eenigen tijd, doch op zulk eenen afstand, dat men niets meer te duchten had. De inlandsche korporaal Setrowidjojo vervolgde zijnen weg, en kwam, zonder eenig verlies te hebben geleden, te Marabahan aan. Aan het moedige en brave gedrag van dezen korporaal met zijne manschappen was het te danken, dat de overmachtige vijand, na een gevoelig verlies geleden te hebben, moest afdeinzen, en de militaire goederen behouden te Marabahan werden aangebracht. Op het vernemen dezer tijding stoomde Z. M. stoomschip Onrust, te Marabahan in station, den volgenden dag naar de plaats van het voorval; ter hoogte van Soengeij Oelok aangekomen, ontdekte die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 568