49 pen hier te lande zouden verblijventot hunne verdere oefening tijdelijk bij het leger hier te lande ingedeeld, een maatregel, die ook op de in 1871 benoemden zal worden toegepast. Met de ge bruikelijke eenjarige detacheering bij de met hun wapen in verband staande militaire inrichtingen, enz. hier te lande van sommige voor den Indischen dienst benoemde 2e luitenants der artillerie werd voortgegaan. Ten einde het korps mineurs in Indië te spoediger aan zijne be stemming te doen beantwoordenis besloten, de voor den Indischen dienst aan te stellen 2C luitenants der genie, herkomstig van de koninklijke militaire akademie, in den vervolge mede gedurende zekeren tijd de practische oefeningen van het bataillon mineurs en sapeurs in Nederland te doen bijwonen. Het ten vorigen jare aanhangig voorstel tot het in 't leven roepen eener speciale opleiding voor de intendance werd, in verband met de niet voldoend geslaagde pogingen om in Indië zelf wetenschappelijk gevormde (infanterie) officieren bij dat dienstvak te doen overgaan door de Indische regering gehandhaafd. Dien ten gevolge zullen voortaan jaarlijks een viertal der aan de koninklijke militaire aka demie voor het wapen der infanterie in Oost-Indië opgeleide 2e luitenants, genegen om bij de intendance geplaatst te worden, te hunner bekwaming vooor die bestemming een éénjarigen cursus aan de applicatieschool doorloopen. In het door de nieuwe organisatie gevorderd grooter officiers-personeel bij de militaire administratie wordt intusschen in Indië zooveel mogelijk voorzien door overplaat sing van officieren der infanterie. Ten einde de voor Indië te benoemen officieren van gezondheid buiten hen die voor die bestemming hier te lande zijn opgeleid, zooveel mogelijk te doen bestaan uit personen die, even als deze, volgens de wet van 1 Juni 1865 (Nederlandsch staatsblad No. 59) de bevoegdheid bezitten tot uitoefening van de geneeskunst in haren geheelen omvang, is in Maart jl. de gebruikelijke gratificatie voor uitrusting, ten bedrage van f 1500.voor de zoodanigen ver hoogd tot f 3000.Intusschen levert de aanvulling en voltallig- houding van het corps waartoewegens het ontoereikend aantal kweekelingende toevlucht moet worden genomen tot burger-ge- neesheeren reeds bij aflegging van het examen op den tot dus ver gebruikelijken voet, groot bezwaar op, bij gemis aan personeel, genegen om zich op de bestaande voorwaarden aan den Indischen militair-geneeskundigen dienst te verbinden. 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 56