564 De keuze der regeering voor de onder de gegeven omstandig heden zoo hoogst gewichtige betrekking van resident der Zuider- en Ooster-Afdeeling van Borneo viel op den heer C. C. Tromp. Bij art. 1 van hetzelfde besluit (dd. 11 November 1870), krachtens hetwelk het bestuur der residentie in andere handen overgingwerd de lang verwachte amuestie aan Wangkang verleend. Ten gevolge van het intusschen met hem te Bandjermasin voorgevallene stelde de regeering echter de uitdrukkelijke voorwaarde, «dat hij, vooraf naar de hoofdplaats Bandjermasin afgekomen, aldaar, in tegenwoordigheid van den resident, den militairen kommandant en den stations-kom- mandant, voor het gebeurde op den 9der- September 1870 op de- moedige wijze vergiffenis zal hebben gevraagd." De nieuw benoemde resident vertrok den 15del1 November per Z. M. stoomschip Banka naar Bandjermasinmet dien zelfden bodem werden 1 officier en 39 manschappen gezonden tot aanvulling van incompleet. Het zenden van versterking der militaire macht werd in afwachting van nadere berichten nog uitgesteldzoowel te Bata via als te Soerabaja waren echter twee bataillons infanterie gereed om op het eerste bevel te embarkeeren. De Resident Tromp kwam in den avond van den 20sten te Ban djermasin aan, en nam den 22stea het bestuur der residentie op zich. Den volgenden dag begaf hij zich met den gewestelijken militairen kommandant naar Marabahan, om daar den stand van zaken op te nemen, van Van Ham de noodige inlichtingen te verkrijgen en met dezen de vereischte schikkingen te treffen omtrent de aan Wangkang te verleenen amnestie. Ten einde tot een meer zuiveren toestand te geraken, was de resident n. 1. van oordeel, dat Wangkang onmiddellijk naar de hoofd plaats opgeroepen behoorde te worden. Wel is waar werd deze als de ziel der woelingen en van al bet gepleegd geweld beschouwd, doch zekerheid daaromtrent bestond niet, daar hij zich persoonlijk aan geen vergrijp tegen het gezag schuldig maakte. Die zekerheid kon slechts verkregen wordendoor hem te dwingenof zich volkomen te onderwerpen, of zijn masker te doen vallen en openlijk als vijand op te treden. Daar men met allen grond vermoedde, dat hij het laatste alternatief zoude kiezen, werden de noodige maat regelen genomen om het eventueel verzet te beteugelen. Intusschen liepen er, onmiddellijk nadat de resident te Bandjer masin was teruggekeerd, geruchten, dat Wangkang met groot gevolg naar de hoofdplaats wilde afkomen. Bij de eerste berichten dienaan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 571