568 De straks reeds vermelde korte afstand, waarop onze troepen van die des vijands verwijderd waren, was oorzaak, dat de meeste schoten raak waren en de vijand beduidende verliezen leed. Aan onze zijde sneuvelden drie Europesche militairen: de korporaal Koster, als;, stb. n°. 49801, en de fuseliers Dikke n°. 57434 en Eiseubreicher no. 61006. Nadat de strijd ongeveer een half uur had geduurd, begon de vijand te wankelen; hij verdeelde zich, trok gedeeltelijk achter de huizenwelke rechts van de weg lagenomen trachtte de kolonne in de flank te bestoken; hij beschoot haar daartoe onder de huizen door. De 2de luitenant .T. Speenhoö, met eenige inlanders als tirailleurs geplaatst langs de latten omheining, die de erven van den weg af sluiten, voorkwam echter dat deze vijandelijke afdeeling de onzen eenig nadeel toebracht. Spoedig vluchtte deze dan ook naar de kampong Telok Mesdjid. De grootste macht stond Wangkang nog ter zijde; door de aan houdende verliezen ontmoedigd, trachtte zich een vrij belangrijk gedeelte door de vlucht te redden, met achterlating van djoekongs, levens middelen, kleedingstukkenschilden en wapenen, welke ons later in handen vielen. Wangkang scheen te vermoeden dat zijne zaak verloren was, en wilde nog eene laatste poging aanwenden door met de meest fana tieke, dappere en getrouwe volgelingen, die hij nog bij zich had, vooruit te stormen en de onzen op het lijf te vallen. Al biddende, schreeuwende en tandakkende had deze aanval plaats, en spoedig werden onze troepen met die des vijands handgemeen. De kapitein D. L. Hlifeli, in het voorste gelid staande, bracht Wangkang een houw op het hoofd toe, die hem buiten gevecht stelde; een oogeublik daarna ontving de kapitein een klewanghomv op zijne linkerhand die hem van drie vingers beroofde. De lst:e luitenant-adjudant C. A. Westenberg velde een der vijandelijke aanvoerders; toen hij zich op een anderen, in het wit gekleeden voorvechter wierp weigerde zijn revolver en ontving hij een slag met een mandouw aan den heup. De Europesche fuselier Notermans, alg. stb. n°. 56836, schoot hierop toe en stootte dien voorvechter neer. De Europeesche fuselier Wolff, alg. stb. n°. 46216, viel, dooreen lanssteek getroffen, dood ter aarde; de fuselier Gerritsen, n°. 57416, werd licht gewond. De vijand streed met de grootste woede, doch onze troepen stonden pal en deden hem wijken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1872 | | pagina 575