576
C. R. van Lennep was met 10 sappeurs bij de kolonne gevoegd,
om zoo spoedig mogelijk in het logies der troepen, die tijdelijk in
de militaire kantine gelegerd werdente kunnen voorzien.
De militaire kommandant der Zuider- en Ooster-afdeeling van.
Borneo nam de leiding der expeditie op zich.
De troepen kwamen eerst om 8 ure des avonds te Marabahan
aan; de stoomer Banka raakte door zijnen diepgang ter hoogte van
de Kweenmonding aan den grond en zulks bracht eenige vertraging
te weeg.
De resident had zich eveneens op Z. M. stoomer Banka inge
scheept en naar Marabahan begeven, om de politieke aangelegenheden
in persoon te regelen en te leiden; hij deed den lÜden December
alle hoofden van Marabahan en van de omliggende kampongs oproe
pen, en met de gedragslijn bekend maken, die zij voortaan te volgen
hadden, wilden zij niet als aanhangers van Wangkang en als vijan
den van het Nederlandsch gouvernement worden aangemerkt.
Aan die hoofden werd bevolen alle aan het volk toebehoorende
djoekongs bij het bestuur te Marabahan te doen inleveren; hen werd
verder bekend gemaakt, dat zij, die voorlaan de rebellen onder
steunden, hetzij direct of indirect, zich aan zware straffen zouden
schuldig makenen de wet ten deze met de meeste gestrengheid
zoude worden toegepastals ookdat van hendie zich uit de om
liggende plaatsen onder Wangkang's banier geschaard hadden, de
huizen in de kampongs afgebroken zouden worden. Dit laatste moest
door de bevolking-zelve worden uitgevoerd.
Ongeveer 1000 djoekongs werden denzelfden dag door het volk
uitgeleverd.
Wangkang bevond zich met de vijandelijke bende in de Bedan-
dan-vlakte; de weinige toegangen naar deze plaats waren diepe, enge
en kronkelende soengeis, waarvan de oevers met zware boomen en
ondoordringbaar kreupelhout waren begroeiden welke daarenboven
ter diepte van nagenoeg eene el onder water stonden.
Blijkens de berichten, door den civielen gezaghebber van verschil
lende zijden vernomen, zoude het Wangkang's stellig voornemen
zijn, zich in de Bedandanvlakte, die hem alle hulpmiddelen aanbood,
staande te houden, en zou hij dus besloten hebbeu zich daar tot
het uiterste te verdedigen.
Het opvaren, van de soengei Bedandan tot aan de vlakte, met
eene troepenmacht, die zich in kleine sampans moeielijk kon bewegeni
zou dus zeker aan veelvuldige bezwaren onderhevig zijn; het was